Componisten portretten

HUMPERDINCK

 

HUMPERDINCK, ENGELBERT (1854 – 1921): SUCCES MET HANS EN GRIETJE

 

 

 

Humperdincks meesterwerk Hänsel und Gretel is een sprookjesopera die nadrukkelijk niet voor kinderen is. Opera’s met bovennatuurlijke thema’s domineerden de Duitse opera sinds Weber, maar Humperdinck verleende deze onderwerpen een nieuwe ernst en een ander soortelijk gewicht door de harmonie, de orkestratie en de mythische kracht van Wagners opera’s ten dienste te stellen van het sprookje. Maar tevens verlichtte hij de zwaarte van de muziek van zijn meester door volksmuziek te hanteren. Het resultaat is een soort populistische Wagner

 

Humperdinck was een hoogbegaafd kind en hij ging al opera’s schrijven voordat hij van 1872-1876 aan het Keulse conservatorium ging studeren. Daar won hij tientallen prijzen en raakte hij enthousiast voor de opera’s van Wagner; van 1877-1879 studeerde hij verder in München, werd daar lid van een studentensociëteit met de fraaie naam “Orde van de graal’. Hij ontmoette ook Wagner zelf in 1880 in Napels en assisteerde hem met Parsifal in Bayreuth (1881/2).

 

Na Wagners dood een jaar daarop werkte hij voor de muziekuitgever B. Schott in Parijs, Spanje en Mainz om tenslotte in die baan terug te keren naar Keulen en tenslotte als leraar en muziekcriticus in Frankfort te belanden. In 1890 ging hij zich geheel aan compositie wijden en drie jaar later, in 1893 dirigeerde Humperdincks vriend en voorvechter Richard Strauss – destijds het enfant terrible van de Duitse muziek – de première van deze opera in Weimar.

 

De populariteit van het werk kwam snel en was overtuigend. In de Duitstalige operawereld was Humperdincks reputatie gevestigd, in het buitenland had dit meer voeten in aarde. Het hielp in de Angelsaksische landen ook niet erg dat Humperdincks Engelse impresario het werk bij het Amerikaanse publiek aanprees als: “het prachtige werk van deze grote componist Pumpernickel”.

 

De auteursrechten van het werk stelden de componist in staat om de rest van zijn leven aan het componeren te wijden. Het belangrijkste resultaat was Die Königskinder, een opera die in 1910 in New York zijn eerste opvoering beleefde. Bij zijn dood werd Humperdinck erkend als een van de grootste romantische componisten, iemand die in rechte lijn muzikaal afstamde van Beethoven via Wagner tot aan Richard Strauss als opvolger. Een nogal gewaagde theorie in de Duitstalige operawereld…..

 

Humperdincks eerste en belangrijkste opera begon als een opdrachtwerk van zijn zuster. Zij vroeg hem muziek te schrijven bij een toneelstuk voor kinderen dat ze had gemaakt op basis van het beroemde sprookje van de gebroeders Grimm. Het daaruit resulterende werk  in drie aktes is in de Duitstalige wereld een steeds rond de Kerstdagen terugkerend hoogtepunt in het muziektheater, net zo ongeveer als Tschaikovsky’s Notenkraker ballet.

 

Het door Richard Strauss als “een meesterwerk van de hoogste kwaliteit” omschreven werk werd al gauw in tenminste twintig talen vertaald en was in 1923 de eerste opera die in zijn geheel ‘live’ door de radio werd uitgezonden. De combinatie van ongekunstelde charme en Wagneriaanse orkestrale pracht brengt de natuurlijke en de bovennatuurlijke wereld levendig in beeld, met name in de tussenspelen van de ‘Hexenritt’ (verwant met Wagners ‘Walkürenritt’!) en de ‘Traum-Pantomime’.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Hänsel und Gretel. Elisabeth Grümmer, Elisabeth Schwarzkopf, Maria von Ilosvay, Josef Metternich, Anny Felbermayer en Else Schürhoff met kinderkoren en Philharmonia orkest o.l.v. Herbert von Karajan. EMI 567.061-2 (2 cd’s). 1953

 

Hänsel und Gretel. Brigitte Fassbänder, Lucia Popp, Walter Berry, Julia Hamari, Norma Burrowes, Edita Gruberova met koor en het Weens filharmonisch orkest o.l.v. Georg Solti. Decca 455.063-2 (2 cd’s). 1987

 

Gedeelten uit Hänsel und Gretel; Königskinder; Dornröschen en Der blaue Vogel. Bambergs symfonie orkest o.l.v. Rickenbacher. Virgin 561.128-2. 1990