OTTO KETTING (1935 – 2012): BLIJKEN VAN VEELZIJDIGHEID
In de donkere dagen voor Kerstmis 2012 schrik je bijna dagelijks op wanneer nog een belangrijke figuur uit het muziekleven is overleden. Na Charles Rosen, Lisa della Casa en Galina Vishnevskya is nu ook Otto Ketting overleden. Aan hem was al een portret in interviewvorm gewijd naar aanleiding van zijn voor de opening van het Amsterdamse muziektheater geschreven opera Ithaka in 1986.
Als componist ontwikkelde Ketting zich na lessen van zijn vader Piet Ketting en Karl Amadeus Hartmann vooral als autodidact en behoorde hij niet tot een bepaalde school of richting. Eerder was hij een kameleon die in 1956 met zijn Sinfonietta zijn eerste waardevolle visitekaartje afgaf met het Residentieorkest waarin hij aanvankelijk trompet speelde. In de Due canzoni waagde hij zich vdervolgens aan seriële technieken. Misschien was dat mede aanleiding dat hij zich met een zekere nuchterheid in een veelheid van stijlen kon uiten. Wie daarnaar wil speuren, komt ongetwijfeld nu eens uit bij invloeden van de zakelijke Stravinsky en de expressionistische Berg.
De tijd en het reizen in het algemeen spelen een belangrijke rol. Behalve in Ithaka ook in Time machine (1972), het vierluik De overtocht (1992), Het oponthoud (1993), De aankomst (1993) en Kom, over de zeeën (1994). In de jaren zestig en zeventig beleefde Ketting zijn hoogtijdagen.
In 1963 begon Ketting met Collagetechnieken, waarvan Collage nr. 9 exemplarisch is. Vereenvoudiging leek daarna aangenaam. Deze zelfbeperking spreekt duidelijk uit de uit geaderd marmer gehouwen Set of pieces (1967) voor fluit, piano en slagwerk. Later, in 1968, verscheen nog een aangeklede versie van het werk voor blaaskwintet. Meer blazers komen aan bod in Time Machine (1972), een van zijn populairste werken met complimenten aan Varèse en Stravinsky voor de bondige compositie voor blazers en slagwerkers, einfigend in een geruststellend C-groot. Ketting was een vrij nuchter iemand met uitspraken als 'Ik ben een man zonder talent voor muziek" en "Ik heb een enorm wantrouwen tegen inspiratie, wat daaruit voortkomt, gooi ik altijd onmiddellijk weg."
For moonlight nights (1973) is in wezen een fluitconcert, kenmerkend voor Kettings stijl is ook het losse Adagio voor 12 instrumentalisten uit 1977. Maar het ware meesterwerk lijkt de Symfonie voor saxofoons en orkest (1978): haast meedogenloos bij vlagen, maar dan ineens weer zangerig of zelfs verdroomd. Nu eens kortaf bits, dan weer humoristisch.
Niet onbelangrijk zijn ook Kettings bijdragen aan de filmmuziek, bijvoorbeeld bij Haanstra’s Dokter Pulder zaait papavers en Alleman. Dan is er nog zijn rol als scribert, criticus, o.a. in de Haagsche Post (hij woonde in Scheveningen). Nog eenmaal flakkerde Kettings grote talent op met zijn Symfonie nr. 6 die voor het eerst klonk in de zaterdagmatinee februari 2012.
Hieronder is een aantal kenmerkende bestaande opnamen genoemd, maar er is gelukkig meer van Donemus, NM en Et’cetera voor diegenen die het naadje van de kous willen weten.
Selectieve discografie
Symfonie nr. 1; Canzona’s voor orkest nr. 1 en 2; Concertino voor 2 trompetten en orkest; Variazioni per orchestra; Collage nr. 9. Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink, c.q. Residentie orkest o.l.v. Hans Vonk, Arend van der Knaap en Dick Teunissen met de Radio kamerfilharmonie o.l.v. Otto Ketting, Nederlands Blazers ensemble o.l.v. David Porcelijn en Concertgebouworkest o.l.v. Ernest Bour. Et’cetera KTC 1349.
Time machine; For moonlight nights; Symfonie voor 4 saxofoons en orkest; Momentum. Resp. Rotterdams filharmonisch orkest o.l.v. Edo de Waart, Abbie de Quant (fl) met het Radio filharmonisch orkest o.l.v. Otto Ketting, Nederlands saxofoonkwartet met het Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink en Rotterdams Conservatorium ensemble o.l.v. Otto Ketting. Donemus CV 21.
De overtocht; De aankomst; Het oponthoud; Kom, over de zeeën. Resp. Nieuw ensemble o.l.v. Ed Spanjaard, Nieuw Sinfonietta o.l.v. Lev Markiz, De volharding o.l.v. Jurjen Hempel en Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly. Donemus CV 55.
A set of pieces. Harrie Starreveld (fl), René Eckhardt (p) en Peter Prommel (slagw.). Nederland Muziek NM 92068.