LIADOV, ANATOLI (1855 – 1914): KLANKTOVENAAR
Liadov was van meet af aan een veelbelovende leerling van Rimsky-Korsakov in St. Petersburg; hij toonde vooral grote interesse voor contrapunt en gaf vanaf 1878 zelf les aan het conservatorium in St. Petersburg waar Prokofiev en Miaskovsky tot zijn leerlingen behoorden. Ook trad hij op als dirigent. In de jaren 1870 was hij verbonden met de groep ‘De vijf’ ofwel ‘Het machtige hoopje’ en in de jaren 1880 met de kring rond Beljajef.
Russische componisten aan het eind van de negentiende- en het begin van de twintigste eeuw leken te beschikken over de gave om de sprookjeswereld en de magische wereld met prachtige muziek uit te beelden. Niemand was daar succesvoller in dan Liadov. Hij baseerde zijn werk vaak op bestaande motieven, ontleend aan de volksmuziek, thema’s van andere componisten of een cantus firmus. Maar meestal vertrouwde hij op een bepaald programma als uitgangspunt en schetste dat dan muzikaal na met uitgesproken kleurgevoel en fraaie karaktertekening.
Heel duidelijk blijkt dat uit werken als Kikimora (1909), Baba-Yaga (1891-1904) en Het betoverde meer (1909). In latere werken, zoals het symfonisch gedicht Skorbnaya pesn uit 1914, experimenteerde hij met uitgebreide tonaliteit. Een reeks charmante miniaturen voor pianosolo wist ook repertoire te houden. Aarzeling, indolentie en twijfel aan zichzelf maakten helaas dat Liadov nooit een grootschalig werk voltooide.
Selectieve discografie
Baba Yaga; Het betoverde meer; Uit de Apocalyps; Kikimora; Mazurka; Dorpsscène bij de herberg; Polonaise; Russische volksliederen; Scherzo. BBC filharmonisch orkest o.l.v. Vassily Sinaisky. Chandos CHAN 9911.
Het betoverde meer. Kirov orkest o.l.v. Valery Gergiev. Philips 442.775-2.