Componisten portretten

NOV

 

NOVÁK, VÍTESLAV (1870 – 1949): BOHEMER IN DE DVORAKTRADITIE

 

 

 

Novák studeerde bij Jiránek en Dvorak aan het Praags conservatorium van 1889 tot 1892 en hij werd enorm beïnvloed door de volksmuziek uit Moravië en Bohemen die hij in 1896 begon te bestuderen. Het resultaat was een vloed aan symfonische gedichten en liederen, culminerend in de dramatische cantate De Storm (1910) en het grootschalige symfonisch gedicht Pan (1910).

 

In 1909 ging hij les geven aan het Praags conservatorium wat hem dusdanig in beslag nam dat hij in zijn latere jaren relatief weinig meer componeerde, hoewel hij zich nog wel waagde aan een paar opera’s, de nodige koormuziek en een paar late partituren, waarvan de Herfstsymfonie (1934) en de Zuid Boheemse suite het belangrijkst zijn. Novák was een vaardige melodicus en was bedreven in het contrapunt; hij schreef gesteund door een zorgvuldige techniek in laatromantische stijl.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Toman en de woudnimf; Lady Godiva; De profundis. BBC filharmonisch orkest o.l.v. Libor Pešek. Chandos CHAN 9821.

 

Pan. Slowaaks filharmonisch orkest o.l.v. Zdenek Bílek. Marco Polo 8.223325.

 

Pianokwintet; 13 Slowaakse volksliederen; Liederen van een winternacht. Magdalena Kožená, Radoslav Kvapil en het Kocian kwartet. ASV CDDCA 998.