Componisten portretten

PETRASSI

 

PETRASSI, GOFFREDO (1904 – 2003): INVLOEDEN VAN MALIPIERO TOT WEBERN

 

 

 

Na als koorknaap te zijn gevormd in de Schola cantorum van S. Salvatore in Lauro nam Petrassi privéles bij Di Donato en ging hij studeren aan het Conservatorio di S. Cecilia orgel studeren bij Germani en compositie bij Bustini. Kort na zijn eindexamen in 1933 had hij al succes met zijn Partita per orchestra. Van 1937 – 1940 was Petrassi intendant van het Teatro La Fenice in Venetië en had hij een professoraat aan de S. Cecilia academie in Rome, waar hij masterclasses gaf.

 

Petrassi’s vroege werk sluit aan bij het neoclassicisme van Malipiero en Casella, maar bezit een sterker ritmisch profiel. Na 1940 werd zijn werk minder sensueel, strenger, verfijnder, kamermuzikaler. Vanaf 1953 treft incidenteel een vrij gebruik van het twaalftoonsysteem in het voetspoor van Webern, maar kijkt soms ook de late Stravinsky mee. Petrassi schreef orkestwerken, kamermuziek, piano/harp/viool/gitaarwerken, liederen en filmmuziek bij Riso amaro (‘Bittere rijst’, 1949).

 

 

 

Selectieve discografie

 

8 Concerti voor orkest. BBC symfonie orkest, Philharmonia Hungarica en Milanees symfonie orkest o.l.v. Zoltán Peskó. Warner 8573-83274-2.