PIERNÉ, GABRIEL (1863 – 1937): ELEGANT, PITTORESK EN DISCREET
Henri Constant Gabriel Pierné studeerde bij Marmontel, Lavignac, Franck en Massenet, verwief in 1881 keurig de Prix de Rome, volgde in eerste instantie Franck acht jaar op als organist van de St. Clotilde, maar werkte van 1903 tot 1932 vooral als dirigent van de Parijse Concerts Colonne na ook voor Diaghilev actief te zijn geweest.
Van grote oorspronkelijkheid getuigt de muziek van Pierné – hij schreef heel wat in allerlei genres - mogelijk niet, maar zijn werk is wel uitermate pretentieloos, gecultiveerd, elegant, pittoresk en tamelijk bescheiden. Qua veelzijdigheid en vooruitstrevendheid bleef hij achter bij grote tijdgenoten als Fauré, Debussy en Ravel. Als proeve van schoonheid kan de cellosonate (1919) dienen.
Selectieve discografie
Cellosonate. Mats Lidström en Bengt Forsberg. Hyperion CDA 66979.