REINECKE, CARL (1824 – 1910): BEKEND DOOR DE UNDINESONATE
De in Altona geboren Reinecke manifesteerde zich om te beginnen als pianist, later ook als componist, dirigent en pedagoog. In 1846 werd hij na concertreizen door Scandinavië te hebben gemaakt hofpianist van koning Christiaan VIII in Denemarken, van 1854 – 1857 werkte hij als dirigent in Barmen, daarna in Breslau en van 1860 – 1895 leidde hij de Gewandhauskonzerte in Leipzig en was hij daar ook compositieleraar. Tot zijn leerlingen behoorde onder anderen Grieg.
Reinecke volgde als componist de romantische lijn van Mendelssohn en Schumann, maar ontkwam ook niet aan de invloed van Brahms en Wagner.
Zijn oeuvre bestaat uit 4 symfonieën, een harpconcert, kamermuziek (o.a. een pianokwintet, 1866), de opera König Manfred (1867) en het oratorium Belsazar. Momenteel is hij het bekendst dankzij zijn zwierige, programmatisch gedachte fluitsonate (1885).
Selectieve discografie
Symfonieën nr. 2 en 3. Tasmaans symfonie orkest o.l.v. Howard Shelley. Chandos CHAN 9893.
Harpconcert. Nicanor Zabaleta met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Ernst Märzendorfer. DG 463.648-2.
Fluitsonate Undine. James Galway en Martha Argerich. RCA 09026-61615-2.