STENHAMMAR, WILHELM (1871 – 1927): ZWEEDSE LAATROMANTICUS
Stenhammar groeide op in een gecultiveerde en muzikale Zweedse familie. Als kind begon hij al te componeren hoewel hij daarvoor geen opleiding volgde. Zijn eerste werken zijn in laatromantische stijl met invloeden van Wagner, Liszt en Brahms, maar na 1910 werd zijn stijl (neo)klassieker, gestimuleerd door studie van het contrapunt en een groot engagement voor de muziek van Beethoven. Veel van zijn muziek bezit een Noordse kleur, hoewel hij nooit gebruik maakte van volksmuziek.
Tot zijn beste werken behoren twee symfonieën uit 1903 en 1915, twee pianoconcerten, een Serenade (1913), cantates (o.m. Sängen uit 1921), zes strijkkwartetten (1894-1916) en liederen. Stenhammar werd verder bewonderd als pianist en hij was van 1906 tot 1922 bovendien dirigent van Göteborgs Orkesterförening die een geduchte rivaal was voor het muziekleven in Stockholm.
Selectieve discografie
Symfonie nr. 2; Excelsior!; 2 Liederen. Anne Sofie von Otter met het Koninklijk Stockholms filharmonisch orkest o.l.v. Paavo Järvi. Virgin 545.244-2.
Pianoconcerten nr. 1; Symfonie nr. 3 (fragment). Mats Widlund met het Stockholm filharmonisch orkest o.l.v. Gennadi Rozdestvensky. Chandos CHAN 9074
Pianoconcert nr. 2; Serenade; Florez och Blanzeflor. Ingvár Wixell, Janos Solyom met het Münchens filharmonisch orkest c.q. het Zweeds omroeporkest o.l.v. Stig Westerberg. EMI 565.081-2.