SKALKOTTAS, NIKOS (1904 – 1949): ONDERHEVIG AAN VELE INVLOEDEN
De Griekse componist Skalkottas studeerde als violist aan het conservatorium in Athene en als componist in Berlijn bij Juo, Kahn, Jarnach (1925-1927), Weill (1928/9) en Schönberg (1927/31). In 1933 keerde hij naar Athene terug waar hij in een orkest aan een achterste vioollessenaar speelde.
Zijn in de Berlijnse tijd ontstane composities zijn behoorlijk compact en spiritueel; ze zijn ook doorgaans instrumentaal van aard en in de geest van het neoclassicisme van zijn leraren. In 1927 werd zijn muziek atonaal maar nog niet serieel.
Het grootste deel van zijn werk ontstond in de periode 1935 tot 1945 in meest traditionele genres, maar de vormen werden aanzienlijk uitgebreid om de grote complexiteit van de seriële thematische verwerking ruimte te geven. De belangrijkste werken uit deze periode zijn het derde pianoconcert (1939), het vierde strijkkwartet (1940) en de ouverture De terugkeer van Odysseus (1943). Maar Skalkottas schreef nog meer concerten, kamermuziek en vocale muziek. Daaronder ook nog tonale werken, zoals een verzameling van 36 Griekse dansen voor orkest (1936).
Selectieve discografie
Pianoconcert nr. 1; Balletsuite Het meisje en de dood; Ouverture concertante. Geoffrey Douglas Madge met het IJslands symfonie orkest o.l.v. Nikos Christodoulou. BIS CD 1014.
Vioolconcert; Largo sinfonico; 7 Griekse dansen. Georgios Demertzis met het Malmö symfonie orkest o.l.v. Nikos Christodoulou. BIS CD 904.
Strijkkwartetten nr. 3 en 4. Nieuw Helleens kwartet. BIS CD 1074.
Viool sonatines nr. 1-4; Solovioolsonate; korte stukken. Georgios Demertzis en Maria Asteriadou. BIS CD 1024.