BORIS TISCHENKO: PRODUCTIEVE, EXPRESSIEVE COMPONIST
Boris Ivanovich Tischenko (1939 - 2010) blijkt niet slechts een groot componist te zijn geweest, hij was ook een dappere overlevende van een kleurige en dramatische periode uit de Sovjet tijd. In de late jaren 1950 behoorde hij tot een jonge groep kunstenaars in Leningrad, inclusief de dichter Joseph Brodsky, die grotere vrijheid en mogelijkheden om te experimenteren vonden tijdens de dooiperiode van Chroetsjev.
Mogelijk was hij als laatste leerling van Shostakovitch (hoeveel ‘favoriete’ studenten had hij wel?) heel vertrouwd en bevoorrrecht, omgeven door een soort vaderlijke zorg en bemoediging. In 1991 was hij heel dankbaar dat St. Petersburg zijn oorspronkelijke naam weer terugkreeg, maar hij was ook trots op het feit hoe de stad tijdens W.O. II het Duitse beleg dan negenhonderd dagen duurde doorstond. Het bepaalde sterk zijn jeugd en hij legde er later getuigenis van af in de Blokkade symfonie uit 1984, een werk dat deels was geïnspireerd door dagboeken van toen gestorvenen.
Op vijftienjarige leeftijd werd hij toegelaten als pianostudent. Later studeerde hij compositie bij de eccentrieke en berucht kregelige Galina Oestvolskaya. Van 1957 tot 1962 studeerde Tischenko aan het Leningrads conservatorium, waar de symfonicus Vadim Salmanov diepe indruk op hem maakte. Als afgestudeerde kon hij nog drie jaar onder Shostakovitch door.
Uit de vroege werken van Tischenko spreekt zijn grote bewondering voor idolen als Oestvolskaya en Shostakovitch, maar ook zin vriendschap met Brodsky en diens kring van rebellen liet sporen na. Brodsky maakte de componist attent op de dichteres Anna Akhmatova, bron van artistiek verzet tegen onderdrukking.
Geen wonder dat hij haar tussen 1935 en 1941 geschreven gedichtencyclus Requiem in 1966 op muziek zetten voor twee zangers en orkest. Een opname van het werk is er helaas niet.
Andere componisten die een grote invloed hadden op Tischenko waren Alfred Schnittke, Edison Denisov en Sofia Goebaidulina, Arvo Pärt uit Talinn en Valentin Silvestrov en Leonid Hrabovsky uit Kiev. Hun experimenten door de lenen uit de Westerse avant-garde verklaart zijn aanvankelijke dankbare gebruik van ongewone combinaties instrumenten en vreemd gedeformeerde structuren
Heel markant in dit opzicht is het voor Rostropovitch geschreven Celloconcert nr. 1 uit 1963 met een begeleidend ensemble van zeventien houtblazers, slagwerk en harmonium waarvan Shostakovitch, die ontevreden was met het origineel, een ‘passender’ begeleiding verzorgde. Nog opvallender is de begeleiding van het Celloconcert nr. 2 uit 1969 door 48 celli, 12 contrabassen en slagwerk.
Tishchenko liet een omvangrijk oeuvre na dat vele genres omvat. Orkestwerken vormen daarvan een belangrijk onderdeel. Er zijn negen genummerde symfonieën, de eerste uit 1964 en laatste uit 1994. Maar er zijn ook een paar ongenummerde, waaronder uit de periode 1998 en 2005 een cyclus van vijf door Dante ’s Divina commedia geïnspireerde koorsymfonieën. Oorspronkelijk waren die bedoeld als balletmuziek voor een avondvullende happening over de Divine Comedy, maar bij gebrek aan een choreograaf bleef het bij concertante uitvoeringen.
Daarnaast schreef hij enige indrukwekkende strijkkwartetten en als exuberante pianist componeerde hij tien pianosonates op symfonische schaal.
Bij nadere kennismaking blijkt Tischenko eigenlijk niet zoveel gemeen te hebben met Shostakovitch’ klankwereld, afgezien misschien van de vele sarcastische springerige motieven. Nee, de muziek van Tischenko heeft iets heel eigens en verdient zeker nadere kennismaking en verkenning. Deze muziek is gewoon tonaal, redelijk melodieus en niet moeilijk toegankelijk.
Wie zich aan de componist wil wagen, kan worden aangeraden om met beide goedkope Naxos opnamen te beginnen. Het heet dat de daarop onder meer verschenen Symfonie nr. 8 een eerbetoon is aan Schuberts nr. 8, de ‘Onvoltooide’. Verwantschap is moeilijk te ontdekken, maar het is een interessant, boeiend werk met lyrische melodieën en opwindende momenten. Mooi is vooral ook de vloeiende hobomelodie uit het tweede deel.
Selectieve discografie
Celloconcert nr. 1 op. 23. Mstislav Rostropovich met het anoniem orkest o.l.v. Igor Bazhkov. EMI 572.016-2, 13 cd’s). 1966
Celloconcert nr. 1 op 23 (bew. Shostakovitch). Alexander Ivashkin met het Russische Staats symfonie orkest o.l.v. Valeri Polyansky. Chandos CHAN 9792. 1998
Harpconcert op. 69. Irina Donskaja (hrp) en Tatiana Melentjeva (s) met het St. Petersburgs kamerorkest o.l.v. Edward Serov. Kontrapunkt 32250. 1996
Concert voor klarinet, piano, viool, altviool en cello op. 109. Oliver Klenk met Ensemble Zeitsprung. Thorofon CTH 2595. 2012
Concert voor piano, viool en strijkorkest op. 144; Dante-symfonie nr. 3 ‘Hel’. Viktoria Postnikova ℗, Alexander Rozhedestvesky (v) met het St. Petersburgs strijkorkest o.l.v. Gennady Rozhdestvensky. Fuga Libera FUG 702. 2003/6
Concert voor piano, viool en strijkorkest (2006); Symfonie nr. 8 (2008); Liederen op tekst van Marina Tsvetayeva nr. 1-3. Chingiz Osmanov (v), Nikolai Mazhara (p) en Mila Shkirtil (ms) met het St. Petersburg staats symfonie orkest o.l.v. Yuri Serov. Naxos 8.573343 (59’11”). 2015
Dante-symfonieën nr. 1 ‘Onder de levenden’ en 2 ‘Laat alle hoop varen gij die hier binnentreedt’. St. Petersburg filharmonisch orkest o.l.v. Nikolai Alexeyev. Northern Flowers NF PMA 9961. 1998, 2001
Dante-symfonie nr. 4 ‘Purgatorio’. St. Petersburg Jeugd kamerkoor en filharmonisch orkest o.l.v. Vladimir Verbissky. Northern Flowers NF PMA 9969. 2004
Dante-symfonieën nr. 3 ;Hel’ en 5 ‘Paradijs’. St. Petersburg filharmonisch orkest o.l.v. Nikolai Alexeyev. Northern Flowers NF 9974. 2009
Pianosonates nr. 6 op. 64 en 7 op. 85 ’Met klokken’. Boris Tishchenko en Alexander Mikhailov. Northern Flowers NF PMA 99115. 1977, 1983
Strijkkwartetten nr. 1-6. Tanejev kwartet e.a. Northern Flowers NF PMA 9990/2 (3 cd’s). 1976-2010
Symfonie nr. 4 op. 61. Leningrad filharmonisch orkest o.l.v. Gennady Rozhdestvensky. Northern Flowers NF MPA 99117/8 (2 cd’s). 1978
Symfonie nr. 5 op. 67. USSR Ministerie van cultuur symfonie orkest o.l.v. Gennady Rozhdestvensky. Olympia OCD 213. 1985
Symfonie nr. 7 op. 119. Moskou’s filharmonisch symfonie orkest o.l.v. Dmitry Yablonsky. Naxos 8.557013. 2002
Symfonie nr. 9 op. 119 (1994). Moskou filharmonich orkest o.l.v. Dmitry Yablonsky. Naxos 8.557013 (52’42”). 2002