Componisten portretten

TAVENER

TAVENER, JOHN (1944 -      ): BLIJKEN VAN SIMPLISME

 

Dat John Tavener in 1993 niet zo verbaasd was dat zijn compositie voor cellosolo en strijkorkest The protecting veil op de hitlijsten belandde, is onwaarschijnlijk. Al in 1968 werd hij als geheime tip opgemerkt: een jonge componist om in de gaten te houden, iemand die letterlijk nog van zich zou laten horen. Dat was na de première van zijn In alium en hem werd het hof gemaakt door de Beatles door hem uit te nodigen ook opnamen te maken voor het label Apple. Het Trinity College of Music nodigde hem uit als leraar en Covent Garden vroeg hem op aanbeveling van Benjamin Britten een opera – Thérèse - te schrijven.

Maar de druk werd wat te groot en na 1970 had Tavener meer moeite om snel en goed iets tot stand te brengen: er traden perioden van compositorische droogte op. Zelf was hij bang voor een burn-out. Redding werd geboden door de Russisch Orthodoxe kerk. Sinds zijn bekering tot dat geloof in 1977 huldigt hij de gedachte dat kunst en religie onafscheidelijk met elkaar zijn verbonden en dat ‘muziek een vorm van gebed, een mysterie’ is. Die fervente spiritualiteit ontstond niet plotseling zomaar, doch zat als het ware al in zijn genen.

Als twaalfjarige hoorde Tavener Stravinsky’s Canticum sacrum door de radio en deze synthese van het oude en het nieuwe, van Oost en West, geestelijk en wereldlijk maakte op hem diepe indruk. Aanvankelijk volgde hij het geloof van zijn Presbyteriaanse ouders, maar later na een periode van modieuze flower power in de jaren zestig werd het zoeken naar een verbinding tussen het geheiligde en de kunst groter.

Zijn traditionele opleiding ten spijt is Tavener niet bijster geïnteresseerd in de Westerse kunstmuziek en minacht hij de ‘door angst geregeerde seriële muziek’. Liever richtte hij zich op de Griekse, Perzische, Indiase en Soefi muziek, kortom op exotische muziekvormen. Zijn muziek kent geen gangbare ontwikkeling. Het icoon is zijn ideaal want het is ‘het ultieme voorbeeld van de Christelijke kunst’. De strenge vormen en de beperkte kleuren van de Byzantijnse iconen zijn in zijn opvatting analoog met de Spartaanse middelen waarmee hij een gevoel van spirituele verwondering wil wekken.

Natuurlijk stuit hij daarbij op de nodige weerstand. Zijn muziek wordt te statisch, te simpel, te nostalgisch, haast achterlijk gevonden.

Natuurlijk wordt hij ook in relatie gebracht met Gorecki en Pärt. Dat blijkt het duidelijkst uit zijn koorwerken, zoals het best krachtige Little requiem for father Malachy Lynch uit 1972 met een sterk contrast tussen unisono zang en de heldere klanken van twee fluiten, een trompet, orgel en strijkers. Het Akhmatova requiem voor 2 solisten en orkest met prominent koper en slagwerk uit 1980 is gezet op gedichten van de gelijknamige Russin die daarin eer betoont aan de slachtoffers van het Stalinisme. Een krachtig stuk dat vaag herinnert aan Brittens War requiem. Song for Athene uit 1993 klinkt als een trage processie en is geschreven na de dood van een jonge Griekse actrice. De sfeer van serene plechtigheid maakte het een passende climax bij de begrafenis van prinses Diana.

Maar het bekendst en populairst is en blijft The protecting veil uit 1987, geschreven voor een BBC Prom concert en min of meer opgedragen aan cellist Steven Isserlis. De titel is ontleend aan het Russisch Orthodoxe feest van de ‘Beschermende sluier van de moeder Gods’ waarin de verschijning van de maagd Maria in het tiende eeuwse Constantinopel wordt gevierd. Het werk is achtdelig en vertoont weinig ontwikkeling in Westerse geest. Als een trage, vocale klaagzang verheft de solo zich tegen een getemperde achtergrond van de begeleiding. Het getuigt van een tijdloos Oosters ideaal. Het werk is best spiritueel, maar dreigt te ontaarden in achtergrondmuziek.

 

Selectieve discografie

The protecting veil; Thrinos. Steven Isserlis met het Londens symfonie orkest o.l.v. Gennadi Rozdestvensky. Virgin 561.849-2. 1991

…Depart in peace. My gaze is ever upon you; Tears of the angels. Patricia Rozario, Matthew Rooke en het BT Schots ensemble o.l.v. Clio Gould. Linn CKD 085. 1998

Innocence; The lamb; The tiger; The annunciation; Hymn to the mother of God; Hymn for the dormition of the mother of God; Little requiem for father Malachy Lynch; Song for Athene. Patricia Rozario, Leigh Nixon, Graham Titus, Alice Neary e.a. met het koor van de Westminster abdij en het Engels kamerorkest o.l.v. Martin Neary. Sony 66613. 1994