WILLAERT (CA. 1490 -1562): GRONDLEGGER VENETIAANSE SCHOOL
Over het persoonlijke leven van deze Zuid-Nederlandse componist is helaas niet zoveel bekend. We weten dat Adriaen Willaert vermoedelijk in Roeselaere werd geboren, studeerde bij Jean Mouton en zoals veel langgenoten naar Italië ging rond 1519. Daar was hij eerst verbonden aan de hofkapel in Ferrara, vervolgens in Milaan en tot slot was hij van 1527-1562 maestro di cappella aan de Venetiaanse San Marco.
Daar leerde hij de Italiaanse de Nederlandse koorstijl en legde hij de grondslag voor de Venetiaanse stijl die wordt gekenmerkt door dubbelkorigheid: de manier warop in de San Marco tegen elkaar in werd gezongen.
Een aardige anecdote over hem is dat hij bij aankomst in Rome meemaakte dat in de pauselijke kapel zijn motet Verbum bonum et suave werd gezongen in de veronderstelling dat het van Josquin was. Toen de zangers hoorden dat het eigenlijk ‘slechts’ van hem was, weigerden ze het nog te vertolken. Niettemin werd hij in zijn omgeving bekend als Il divino Adriano.
Het eigene van Willaerts beste werken zit hem in een sterk geraamte dat theorie en praktijk ideaal samenbindt. Zijn muziek gold als ‘moeilijk’ en hij viel tussen de polyfone meesters als Josquin en de vroegbarok helaas enigszins tussen wal en schip. Dat leidde ertoe dat hij geleidelijk werd vergeten, maar gelukkig sinds een paar decennia weer is herontdekt.
Willaert had heel wat later bekende leerlingen, zoals Cyprien de Rore, Andrea Gabrieli, Gioseffo Zarlino en Nicola Vicentino.
Zijn oeuvre omvat tien missen, een groot aantal motetten, madrigalen, villaneche, ricercari en een stel luittranscripties van vocale muziek.
Discografie
‘Mente tota tibi supplicamus’; Missa Mente tota; Motetten ‘Laus tibi, sacra rubens’; ‘Creator omnium, Deus’; ‘O iubar, nostrae specimen’; ‘Verbum bonum et suave’; ‘Quid non ebrietas’. Cinquecento. Hyperion CDA 67749.
Missa Christus resurgens; Magnificat in sexti toni; ‘Ave Maria’. Oxford Camerata o.l.v. Jeremy Summerly. Naxos 8.553211.