WEINER, LEÓ (1885 – 1960): HONGAARSE BRAHMSEPIGOON
De in Boedapest geboren Weiner was daar leerling van Koessler en werd er in 1908 aan de muziekhogeschool ook leraar compositie en kamermuziek. Hij publiceerde de nodige geschriften op het gebied van de harmonieleer, maakte cadensen bij en instrumentaties van muziek van Beethoven, Bach, Liszt, Schubert en Bartók en bezorgde uitgaven van viool- en pianosonates van Beethoven.
Als componist was hij net als Dohnányi epigoon van Brahms al bleef hij ook onder invloed van de Franse school. Een soort verwesterde Bartók in zin verwerking van Hongaars folkloristisch idioom. De Hongaarse volksdanssuite dateert uit 1931, de vioolsonates zijn van vroeger, uit 1911 en 1919.
Selectieve discografie
Hongaarse volksdanssuite. Philharmonia orkest o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHAN 6625.
Vioolsonates nr. 1 en 2. Oscar Shumsky en Seymour Lipkin. Biddulph LAW 015.