Abbado, Claudio: Een portret
Een portret met bijdragen van Daniel Barenboim, Pierre Boulez, Zubin Mehta en Maximilian Schell en met repetitie- en uitvoeringsfragmenten van diverse werken door verschillende orkesten. ArtHaus 101.048 (60’, 4:3, geluid 2.0, regio 0).
Het muzikale portret dat met vereende krachten door ArtHaus van Abbado werd gemaakt, verraadt niets over zijn slopende ziekte en evenmin werd in 1995 ingegaan op zijn aanstaande vertrek uit Berlijn of zijn verdere plannen. Maar het is een neutrale reportage over doen en laten van de dirigent tijdens voorbereidingen van optredens en die optredens zelf met het Berlijns filharmonisch, het Gustav Mahler Jeugdorkest en het Chamber Orchestra of Europe, met zangsolisten en met pianiste Pires in het Salzburgs Festspielhaus, de Cité de la musique in Parijs en het nog net niet afgebrande Gran Teatro La Fenice in Venetië in werken van Beethoven, Bruckner, Rossini, Schönberg, Schubert en R. Strauss.
Abbado’s Weense studiegenoten Mehta en Barenboim zijn als commentator in verschillende talen (met ondertitels) te horen en er is zelfs een stukje zwart/wit film uit 1968 waarop de jonge dirigent de Weners in Bruckner IX dirigeert. Abbado’s zorg voor zuivere intonatie en klankhelderheid, zijn vriendelijke, democratische omgang met orkestleden, de consensusaard van zijn muziekmaken zijn bekend en worden hier nog eens bevestigd. Ten onrechte wordt Abbado wel van een onpersoonlijke aanpak beschuldigd, hier wordt ook dat gelogenstraft, kortom hier blijkt hoe de dirigent met de kwadratuur van de cirkel moet omgaan en hoe hij onder alle omstandigheden zijn sympathieke zichzelf blijft en niet een vreemde houding aanneemt. De kwaliteit van het beeldmateriaal is uitstekend, met name van dat uit Venetië.