DVD Documentaires

ABBADO: EUROPACONCERT

Abbado, Claudio: Europaconcert

 
Beethoven: Ouverture Egmont op. 84
Brahms: Vioolconcert in D op. 77
Dvorak:
Symfonie nr. 9 in e op. 95
Verdi:
Ouverture I vespri Siciliani
 

Gil Shaham met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. TDK 10.5198-9 (112’, 16:9, geluid 2.0, 5.1 en DTS 5.1, regio 0). 2002
 
Het Teatro Massimo in Palermo is een onwaarschijnlijk mooi, gerenoveerd gebouw op een onverwachte plek: in Palermo. Een grote, hoge zaal met zes verdiepingen loges, veel bladgoud en stijlvolle verlichting. Op een boven de orkestbak en zich over het toneel uitstekkend podium zit het Berlijns filharmonisch orkest dat  ter ere van zijn oprichting 1 mei 1882 jaarlijks een ‘Europees’ concert geeft, waarbij in 2002 Palermo op Sicilië aan de beurt was met een heel traditioneel programma, bestaande uit Beethovens Ouverture Egmont, Brahms’ Vioolconcert (met Gil Shaham als solist) en Dvoraks Nieuwe Wereld symfonie. Claudio Abbado, vermagerd, maar zo te merken behoorlijk hersteld van zijn kanker, had op vitale manier de leiding.

Beethovens ouverture vormt een feestelijk, veelbelovend gespeelde opmaat. Daarna zien en horen we Gil Shaham die in de jaren tachtig en begin negentig heel wat cd opnamen maakte voor DG, maar rond wie het de laatste jaren erg stil was geworden, als solist in het Brahmsconcert. Merkwaardig op het eerste gezicht, maar bij nadere beschouwing toch minder vreemd omdat voor die werken al andere grote violisten in de catalogus stonden, had hij nooit eerder het Brahmsconcert vastgelegd (ook de concerten van Beethoven en Mozart trouwens niet), maar wel o.a. Barber, Bartók, Bruch, Elgar, Glazoenov, Kabalevsky, Korngold, Kreisler, Mendelssohn, Paganini, Prokofiev, Saint-Saëns, Sibelius, Tschaikovsky en Wieniavsky.

Zijn Brahms is niet te versmaden hier. Mogelijk extra geïnspireerd door het voortreffelijk ondersteunende, voor een naadloze begeleiding zorgende orkest doet hij aan alle dramatische en poëtische aspecten van het werk recht. Dat gaat hem blijkbaar vrij moeiteloos af, hoewel zijn gezicht soms in close-up wel een gespannen, om niet te zeggen gekwelde indruk maakt. Het moet die bewuste eerste mei behoorlijk warm in de zaal zijn geweest (hoewel dirigent, noch orkest daar duidelijk blijk van geven) want het zweet loopt tappelings van zijn gezicht en ook zijn viool druipt, zoals alweer in close-up blijkt. Solist en dirigent verkeren in een patricistische stemming, treden ondemonstratief, maar wel heel geëngageerd op. Shahams attaque is helder, heftig en mooi genuanceerd maar hij weet ook hoe hij de muziek moet laten zingen. Aan prachtig ingevulde details ontbreekt het evenmin. Een heel overtuigende weergave.

Quasi na de pauze volgt dan Dvoraks 9e, een werk dat Abbado in 1997 al voor DG had opgenomen (457.651-2). Zoals zo vaak – denk aan zijn Mahler symfonieën – geven Abbado en het orkest tijdens zaaloptredens met aandachtig publiek meer aan spanning, élan en emotie dan tijdens studio opnamen en ook dat was een ‘live’ registratie. Opvallend is om te beginnen al dat Abbado de herhaling in het 1e deel in acht neemt. Verder zorgt hij ook in Palermo weer voor een extra aandeel dramatiek. Met het beeld er nu bij wordt dat nog duidelijker. De forte spelende fagotten bijvoorbeeld die aanzetten tot de komst van het hoofdthema van het Allegro molto, de expressieve tweede violen die ongeveer een halve minuut later aan het tweede thema beginnen. Dan de violen die fel de recapitulatie inzetten en het krachtige coda zonder dat de trompetten hun crescendi overdrijven. Gelukkig zijn ook de tempi behoorlijk constant.

In het Largo houden bij het grote crescendo na ongeveer 9’30” de strijkers (de bassen voorop) mooi hoorbaar het basistempo vast en de pauken die daar meestal domineren zijn mooi ingehouden. Maar het mooist uit dat langzame deel is het elegische, heel sfeervolle middengedeelte. De echo’s van de strijkers na de blazers uit het sprankelende Scherzo zijn mooi afgewogen wat het dramatisch effect verheldert.

Ook in de finale ontbreekt het niet aan opwinding, maar evenmin aan verfijning. De laatste minuten klinken heel fel en uitdagend totdat de slotakkoorden wegsterven in een fraai diminuendo. Het orkestspel is de hele avond glorieus. De beeldregie getuigt ook van muziekgeoriënteerd vakmanschap met een niet nodeloos drukke beeldwisseling en op het juiste moment de juiste solisten/groepen in beeld, met een goede afwisseling van ‘totalen’ en close-ups (van de dirigent en Shaham bijvoorbeeld). Geluidsmatig behoort deze opname tot de beste dvd’s van de laatste tijd. Mooi is alleen al hoe ieder blijk van stoor- en omgevingslawaai is uitgebannen.

Als toepasselijke toegift volgt dan nog Verdi’s Ouverture I vespri Siciliani waarin de Berlijners aantonen voortreffelijk Italiaans te ‘spreken’: vol afwisselende hartstocht, temperament en weemoedigheid. Dit optreden is daadwerkelijk een feest voor oog en oor!

Er wordt wel geklaagd over de prijs van cd’s en dvd-v’s. Begrijpelijk en veelal terecht. Maar zeker in dit geval is dat niet zo, want wat biedt deze qua beeld en geluid voortreffelijke opname (balans en met name dynamiek zijn voortreffelijk, hooguit de baskant is iets ondervoed wanneer men de audioweergave niet standaard via de tv, maar via de muziekinstallatie leidt). Want men krijgt hier op één schijfje niet alleen ruim anderhalf uur muziek (weliswaar inclusief applaus e.d.), maar ook nog eens een ongeveer tien minuten durende, aardige reportage over Palermo en zijn bezienswaardigheden. Totale speelduur: 112’.