Arrau, Claudio en Cutner Solomon
Beethoven: Pianosonates nr. 23 in f op. 57 Appassionata en 32 in c op. 111
Schumann: Pianoconcert in a op. 54; Carnaval op. 9
Claudio Arrau en Cutner Solomon met het Londens filharmonisch orkest o.l.v. George Hurst. EMI 492.838-9 (113’, 4:3, zw/w, geluid 5.1, regio 0). 1956/1970/1961
Een portret van twee pianisten, die onderling een interessant contrast vertonen: Arrau, geadeld, serieus, wat zwaar op de hand, vrij traag geworden in zijn latere jaren. Dat blijkt uit zijn beide Schumannvertolkingen die tussen 1961 en 1963 werden vastgelegd. Haast elke noot wordt gewogen, van alle kanten bekeken en met een wijsgerig aandoende intensiteit en expressie neergezet. Het doet vaak wat nodeloos zwaar en moeizaam aan. Het ontsiert met name de finale van het Schumannconcert en na een overdreven maestoso begin van Carnaval met name ook ‘Pierrot’ en ‘Coquette’, terwijl ‘Chopin’ ineens aan waarde en inhoud wint. Teveel versmelten Florestan en Eusebius in Arrau’s handen. Ook de Parijse vertolking van Beethovens laatste pianosonate uit 1970 klinkt stroef, pedant, docerend, al te nadrukkelijk, kortom niet echt mooi.
En dan – helaas slechts als torgift – de geweldige Solomon in Beethovens Appassionata, opgenomen in Londen, 1956 en nog in zwart/wit. Hier valt alles precies op zijn plaats en vormen het genoteerde, het bedoelde en de realisatie daarvan één congruent geheel. Ook hier geen gebrek aan drama, maar het wordt met reserves uitgeserveerd. Het resultaat klinkt kristalhelder, ongekunsteld, waar nodig poëtisch, heel oprecht. Jammer dat het leeuwendeel van deze dvd niet aan Solomon is gewijd, jammer ook dat de geluidskwaliteit niet echt hevig is.