DVD Documentaires

CLASSIC ARCHIVE EMI

CLASSIC ARCHIVE VAN EMI 

Vrij ongemerkt is het aantal dvd-v’s dat EMI uitgeeft in de keurig genummerde serie ‘Classic archive’ opgelopen tot 45 stuks en ongetwijfeld volgt nog meer. Sommige van die uitgaven zijn in deze rubriek afzonderlijk besproken: de programma’s van Mstislav Rostropovitch en Sviatoslav Richter (Beethoven Cellosonates op 492.848-9), Claudio Arrau (Pianoconcert Schumann) en Solomon (Pianosonates 23 en 32 van Beethoven op 492.838-9), Leopold Stokowski (Beethoven V en Schubert VIII op 492.842-2), André Cluytens (Ravel 2e Daphnis suite, Moessorgsky Schilderijententoonstelling) en Emil Gilels (Prokofiev 3e Pianosonate op 490.124-9), Glenn Gould (The alchemist op 490.127-9), de combinatie Artur Rubinstein (Beethoven Pianoconcert IV, Chopin Polonaise in As, Debussy La fille aux cheveux de lin), Jascha Heifetz (Dinicu Hora staccato) en Piatigorsky (Walton Celloconcert, 492.840-9), Leonid Kogan (Beethoven Vioolconcert, werken van Händel, Bach en Leclair op 492.834-9), Yehudi Menuhin (Violin of the century 492.353-9 en Vioolconcerten van Mozart, Beethoven en Bruch, 492.844-9), David Oistrakh (Bach Vioolconcert, Beethoven Vioolsonate 5 en Prokofiev 5 Melodieën op 492.836-9), Jacqueline du Pré (Remembering op 599.728-9), Mstislav Rostropovitch (Shostakovitch Celloconcert nr. 1, Prokofiev Concertante symfonie 490.120-9) en Elisabeth Schwarzkopf (Zelfportet op 492.852-9).

Maar er is veel meer dus. Net zoals DG put uit het arsenaal van onder andere Unitel werkt EMI samen met IMG Artists en Ideale Audience international. Nu met name de filmarchieven van de BBC, de ORTF, de ORF, de NOS, de Russische en Japanse TV toegankelijk zijn en vele auteursrechten blijkbaar na zes jaar zijn vervallen kan dit per album voor de huidige civiele prijs van €19,90 worden aangeboden. Dit betekent dat het veelal om ouder materiaal uit de jaren gaat.

Eén van de oudste fragmenten in van Oistrakh met Kreislers Liebesleid uit 1937. Dominerend zijn opnamen uit de jaren zestig vorige eeuw. De onderlinge kwalitatieve verschillen zijn uiteraard behoorlijk groot. Er is veel zwart/wit materiaal van matige reportagekwaliteit. Niet iedere regisseur had de mogelijkheden en de fantasie om een uitvoering op levendige wijze in beeld te vertalen. Veel geluid is ook louter mono.

Een enkele keer vallen de beeldopnamen (vrijwel) samen met al lang bestaande lp (en naar cd verdoekte) geluidsopnamen. Richter en Rostropovitch met Beethovens Cellosonates bijvoorbeeld (Philips 464.677-2), maar vaak ook lijken beeld- en geluidsopname bedrieglijk veel op elkaar, maar zijn ze totaal verschillend. Giulini bijvoorbeeld met het Requiem en de 4 Pezzi van Verdi zijn in de Classic serie (310.204-9)  wel met het Philharmonia koor en -orkest, maar met Ilva Ligabue, Grace Bumbry, Sándor Kónya en Raffaele Arié als solisten en niet in 1963 opgenomen zoals bij de EMI cd uitgave 556.250-2 met Elisabeth Schwarzkopf, Christa Ludwig, Nicolai Gedda en Nicolai Ghiaurov. Ook bijvoorbeeld Beethovens Negende door Klemperer met Agnes Giebel, Marga Höffgen, Ernst Häfliger en Gustav Neidlinger uit 1964 (599.933-9) is niet identiek met de cd versie uit 1957 met Aase Nordmo-Lövberg, Christa Ludwig, Waldemar Kmennt en Hans Hotter op EMI 566.797-2.

Beethovens zevende en tiende vioolsonate met Francescatti en Casadesus uit 1960 en 1970 (599.691-9) zijn ook niet identiek met de eerdere Sony opnamen op 46342; Datzelfde geldt voor de opname van de in Parijs in 1965 c.q. 1961 opgenomen Vioolconcerten van Beethoven en Mendelssohn. Fischer-Dieskau maakte diverse opnamen van Schuberts Schöne Müllerin, de meeste met Gerald Moore, maar ook met Jörg Demus en onlangs nog met András Schiff op de dvd-v TDK DV CODSM uit 1991. Maar nu is er ook de verbeeldingsvoller verfilming van Bruno Monsaingeon uit 1992 met Christoph Eschenbach als begeleider (310.194-9).

 Zo zijn er veel voorbeelden van dergelijke op het eerste oog wat bedrieglijke niet-overeenkomsten. Maar dat maakt deze uitgaven daarom natuurlijk des te interessanter. Neem exemplarisch de ORTF opname uit 1974 van het trio Eugene Istomin, Isaac Stern en Leonard Rose met de drie Pianotrio’s van Brahms (599.937-9). Wie dit trio ooit hoorde en bewonderde in de beide pianotrio’s van Schubert (Sony 64516, 2 cd’s) zal dit document mogelijk niet willen missen. Denk op kamermuziekgebied verder aan het Amadeus kwartet (Beethoven Strijkkwartetten nr. 4, 6 en 16, Mozart Strijkkwartet nr. 17 en het Strijkkwintet nr. 4 , Brahms Klarinetkwintet en het presto uit Schubert Strijkkwartet nr. 14 met Cecil Aronowitz en Jacques Lancelot op 599.683-9).

Gezien de gemiddeld ongeveer veertigjarige ouderdom van het materiaal zal dit vooral oudere muziekliefhebbers aanspreken. Mensen als Heifetz, Rubinstein, Richter, Gould, Grumiaux, Oistrakh, Klemperer, Stokowski, Fournier, Mravinsky, Giulini, Casadesus, Karajan, Kempff, Gilels, Cluytens, Arrau, Callas, Cziffra, Ferras, Kogan, Markevitch, Menuhin, Szeryng, Du Pré, Jochum, Tortelier, Janis en De los Angeles zijn al kortere of langere tijd overleden, maar zijn hier nog eens te zien en te horen. Sommigen gelden terecht als legendes, anderen raakten min of meer in vergetelheid.

Een deel van de bekoring die van dit moois uitgaat, schuilt in de extra bonusgedeelten. Soms zijn ze haast interessanter dan het hoofdprogramma. Neem het gedeelte uit The Mastersinger documentaire van Monsaingeon over Fischer-Dieskau, Guido Cantelli die Rossini’s ouverture Semiramis met het Scala orkest repeteert op de Giulini schijf met Moessorgsky’s Schilderijententoonstelling, Mozarts veertigste symfonie, Falla’s tweede suite uit de Driekanten steek en Verdi’s ouverture I vespri siciliani (490.114-9), Ernest Ansermet met het Nationaal orkest van de Franse omroep in Beethovens zevende symfonie bij Klemperers Negende Beethoven, Beethovens Kreutzer sonate bij het programma van Casadesus en Francescatti en de repetitie van dat werk door Oistrakh en Bauer uit 1967. De documentaire van Dennis Morris uit 2003 over Jevgeny Mravinsky (599.689-9) met Webers Ouverture Oberon en Tschaikovsky’s Francesca da Rimini (599.689-9) gaat zelfs vergezeld van Tschaikovsky’s Vierde ook door het Leningrad orkest, maar nu onder Rozdestvensky. De Grumiaux opname (490.445-9) bevat ook Introduction et rondo capriccioso van Saint-Saëns door Ivry Gitlis en Georges Pludermacher, de Fournier (599.693-9) dito  Debussy’s cellosonate met Maurice Gendron en Christian Ivaldi, een van de Oistrakh uitgaven (492.836-9) het eerste deel uit Brahms’ Vioolconcert. Het zijn maar weer een paar willekeurig gekozen voorbeelden. Ontzettend aardig is ook Francis Poulenc & Friends (310.200-9).

Sommige kunstenaars – Giulini, Menuhin, Oistrakh en Rostropovitch - zijn al geëerd met meerdere uitgaven. Bij een eventuele keuze tussen het al veel voorhandene zullen persoonlijke sym- en antipathieën een rol spelen, net als naamsbekendheid. Bij de violisten zal de belangstelling waarschijnlijk eerder uitgaan naar Oistrakh, Menuhin en Grumiaux dan naar Ferras (490.443-9), Kogan, Milstein (490.116-9) en Szeryng (490.439-9), bij de pianisten meer naar Arrau en Solomon, Brendel (490.122-9), Gould dan naar François (490.437-2), Kempff (490.447-9), Ciccolini (310.192-9) en Janis (310.198-9) en bij de cellisten meer naar Rostropovitch dan naar Tortelier (310.196-9). Bij de zangeressen zullen waarschijnlijk De los Angeles (310.202-9), Bergana (490.118-9), Callas (490.763-9), Fischer-Dieskau en Schwarzkopf populairder zijn dan Crespin (492.846-9); bij de dirigenten ‘leven’ Giulini, Klemperer en Karajan terecht of niet meer dan Cluytens, Jochum (310.190-9), Markevitch (490.110-9) en Stokowski. 

Duizelt het u inmiddels als dvd-v adept? Geen nood! Bekijk de lijst opnamen en probeer om te beginnen naar wens een paar krenten uit de lekkere pap die naar meer zal smaken.