Karajan in Concert. Beethoven: Ouvertures Coriolan op. 62 en Egmont op. 84; Rossini: Ouverture Guglielmo Tell; Wagner: Ouverture Tannhäuser; Weber: Ouverture Der Freischütz; Debussy: La mer; Prélude à l’après midi d’un faune; Rachmaninov: Pianoconcert nr. 2 in c op. 18; Ravel: 2e suite Daphnis et Chloé. Alexis Weissenberg met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Herbert von Karajan. Portret van Karajan door Vojtěch Jasný. DG 073-439-9 (2 cd’s, 206’38”). 1973/8.
In de grote hoeveelheid opnamen die Karajan naliet kan men licht verdwalen. Wat de geluidsdocumenten op cd betreft is veel over diverse labels – Decca, DG, EMI, Orfeo, RCA – verspreid en veelvuldig herkoppeld of in meerdere vormen heruitgegeven. Bij het beeldmateriaal is dat gelukkig overzichtelijker en minder verspreid. Tenzij nog veel meer boven water komt, beperkt dat repertoire zich bij EMI tot een aan Berlioz’ Symphonie fantastique gewijd programma met het Orchestre de Paris (490.112-9). Sony beschikt over het laatst verschenen moois via de eind jaren zeventig begonnen samenwerking met Telemondial. Tenminste 37 opnamen, ooit op VHS band en/of laserdisc en slechts deels op dvd verschenen. Daaronder nog weer eens de 9 symfonieën en het Vioolconcert (Mutter) van Beethoven, Brahms’ eerste en tweede symfonie en het Deutsches Requiem, Bruckner XVIII en IX, Dvorak XVIII en IX, Debussy’s La mer en Prélude plus Ravels tweede Daphnis suite, Moesorgsky’s Schilderijententoonstelling, van Mozart het Requiem, de Kroningsmis en Don Giovanni, muziek van de Strauss dynastie, van Richard Strauss de Alpensinfonie, Don Quixote, Ein Heldenleben, Tod und Verklärung, Metamorphosen, Rosenkavalier, Tchaikovsky’s eerste pianoconcert (Kissin) en de symfonieën 4-6, Verdi’s Requiem, Don Carlo, Falstaff, Vivaldi’s Vier Jaargetijden (Mutter), Berlijnse Oudejaarsavondconcerten 1984 met werken van Bach, 1985 met stukken van Weber, Leoncavallo, Puccini, Liszt en Ravel. Ze kwamen niet louter met het Berlijns filharmonisch, maar deels ook met de Wiener Philharmoniker tot stand.DG echter beschikt over het vroegste materiaal dat sinds medio jaren zestig bij Unitel werd ondergebracht. Voor ’s dirigenten muziekfilms werd eerst een op ander terrein beroemde regisseurs in de arm genomen: Henri-Georges Clouzot en Åke Falck, maar ook dankzij het feit dat hij al snel de operaregie in eigen hand nam, ging hij ook zijn muziekfilms zelf regisseren, niet in de laatste plaats om zelf zo vaak en zo voordelig mogelijk in beeld te verschijnen. De op ArtHaus uitgebrachte documentaire Maestro, Maestro! Van Claire Alby uit 1999 geeft daarover via fragmenten en gesprekken met betrokkenen mooi achtergrondinformatie.Nadrukkelijk moet hier worden vermeld dat deze tussen 1973 en 1978 gemaakte opnamen met veelal Ernst Wild nog als beeldregisseur niet identiek zijn met de op DG cd’s verschenen pure audio-uitvoeringen. Die dateren namelijk uit een decennium eerder. Buitenbeen is Rachmaninovs tweede pianoconcert met Weissenberg als solist. De geenszins verwante geluidsopname van dat werk verscheen namelijk bij EMI (585.705-2).
Het betreft hier louter concertreportages in aanwezigheid van publiek uit de Philharmonie. Werkend onder dergelijke beperkende omstandigheden is de beeldregie zeker voor die tijd opmerkelijk goed en to the point.Wie deze beeldregistraties vergelijkt met de dus vroeger ontstane geluidsdito’s zal qua opvatting geen grote verschillen ontdekken, maar in de klankbalans en ruimtelijkheid mogelijk wel. Wie dat precies wil uitvlooien, moet de volgende cd’s er maar bijhalen: voor de Beethovenouvertures DG 439.005-2, voor Rossini 415.377-2, Wagner 439.022-2, Weber 419.070-2, Debussy/Ravel 439.008-2. Interessanter is natuurlijk de beantwoording van de vraag wat de toegevoegde waarde van het beeld is. Hoe boeiend is het om een dirigent na een behoorlijke voorbereiding aan het werk te zien en te horen? Voor mij is dat als bovennormaal geïnteresseerde erg de moeite waard, zeker als ik ‘iets heb’ met de betrokkene, hem nader ken en heb meegemaakt. Als documentatie van de werkwijze van oudere, overleden musici is het eveneens de moeite waard.Voor een optimaal ondergaan van beeld en geluid is het wel belangrijk dat het geluid niet via de matige tv speakers wordt ondergaan maar via de muziekinstallatie met de luidsprekers ter weerszijden van de tv.
Blijft de vrijwel een uur lange documentaire film van Jasný. Onder de titel Impressies over Karajan geeft deze in een reeks kortere en wat langere fragmenten beelden van het huiselijk gezinsleven met vrouw in dochters in Aniff en St. Moritz, aankomsten en vertrekken op het vliegveld per privé jet, bewonderende commentaren van intendanten uit Wenen en van Stresemann en – interessants van al – kijkjes in de keukens van het concert- en operabedrijf door gesprekken over decorontwerpen en repetitiefragmenten. Deze laatste vormen haast het belangwekkendste gedeelte van de documentaire omdat we de dirigent puntjes op menige i zettend geconcentreerd aan zijn eigenlijke werk zien. Het lijken unieke beelden, die niet ook elders voorhanden zijn en die dus heel waardevol zijn voor een nadere bestudering van zijn veeleisende wijze van werken en optreden.