MENUHIN: VIOLIN OF THE CENTURY, CONCERT
Menuhin, Yehudi: violin of the century. Documentaire van Bruno Monsaingeon met muziek van Achron, Bach, Bartók, Beethoven, Brahms, Chausson, Dvorak, Elgar, Ellington, Enescu, Franck, Gade, Gagnon, Kreisler, Lalo, Melatón, Sarasate, Mendelssohn, Mozart, Paganini, Rimsky-Korsakov, Schubert, Shankar, J. Strauss en Wieniawski. EMI 492.363-9 (116’, 4:3, geluid 1.0, regio 0). 1994Yehudi Menuhin: Beethoven: Vioolromance nr. 2 in F op. 50; Vioolconcert in D op. 61; Bruch: Vioolconcert nr. 1 in g op. 26; Mozart: Vioolconcert nr. 3 in G KV 216. EMI 492.844-9 (107’, 4:3, geluid 1.0, regio 0). 1961, 1962, 1966 en 1967 Waarschijnlijk is van geen enkele violist zoveel filmmateriaal beschikbaar als van Menuhin. Geen wonder voor iemand met een lange loopbaan die al als wonderkind veel aandacht trok. Daarnaast zijn er natuurlijk ook tal van herinneringsfoto’s van Menuhin tijdens concerten, repetities, op tournee, privé. Al dat materiaal toont hem good looking en expressief, heel communicatief spelend. Maar in Bruno Monsaingeons documentaire uit 1994 gaat het niet zozeer om een chronologische afwikkeling van het leven van de violist als wel om het samen met hem doornemen van zijn herinneringen.Menuhin vertoont een merkwaardige aan onverschilligheid grenzende objectiviteit jegens zijn leven. De mensen om hem heen, ook de naaste familie, hebben voor hem veel weg van ‘figuranten in een toneelstuk’ en niet zozeer van mensen van vlees en bloed. Een uitzondering vormt zijn zus Hephzibah, die hij betreurt omdat hij te weinig ontvankelijk was voor haar diepe emotionele gevoelens. Van enige passie is wel sprake als hij praat over Israel of de poging van Heifetz om hem lid van een vakbond te maken.Nee, echt geanimeerd en animerend raakt Menuhin pas wanneer hij het over muziek en musici heeft. Optreden samen met Ravi Shankar leerde hem hoe hij ‘de smaak van elke noot moest savoureren’. Er zijn fascinerende vignetten van Enescu (de herinneringen aan hem lopen haast als een rode draad door het programma), Postnikova, Richter, Bartók, Enescu, Gould, Kempff en Fischer-Dieskau wiens zang ‘een grote resonans, doch een merkwaardig gebrek Aan ritme’ bezat.Enescu, Gould en Kempff worden onderling vergeleken aan de hand van een fragment – de eerste twaalf maten – uit Beethovens vioolsonate no. 10: ‘Enescu’s spel was ongelooflijk, maar daarna deed Gould het even goed; Goulds spel bezat een meer mystieke kwaliteit, een goddelijke aanwezigheid die bij Kempff ontbrak’.Hier en daar is de synchronisatie van beeld en geluid in de oudere opnamen niet erg nauwkeurig, hoewel de overgangen aan het begin van Beethovens vioolconcert in de uitvoeringen met achtereenvolgens Colin Davis, Pablo Casals en Gennady Rozdestvensky eigenlijk naadloos verlopen. Helaas is er geen noot te zien of te horen van het door de componist gedirigeerde vioolconcert van Elgar uit 1932 dat voor solist en componist een mijlpaal betekende; als slechte vervanging dient een brok uitvoering met het New York filharmonisch orkest uit 1966.Ondertiteling staat ter beschikking in Engels, Frans en Duits; die in het Engels zijn soms wat afwijkend omdat bijvoorbeeld de paar in het Frans gesproken zinnen onjuist zijn vertaald. En was het echt nodig om waar Menuhin een bepaalde frase voorzingt ’Ta da da di di’ te ondertitelen. Maar verder zijn beeld- en geluidskwaliteit goed in orde.Ook het tweede schijfje bevat historisch materiaal, maar is nogal teleurstellend van aard door de matige kwaliteit. Met name het monogeluid is onderhevig aan zweving en vervorming en de beeldregie verdient ook geen lof. Teveel zijn zwoegende dirigenten (vooral Colin Davis in het vioolconcert van Beethoven) nadrukkelijk in beeld. Menuhin heeft zijn bekende intonatieproblemen. Van het Mozartconcert slaagde eigenlijk alleen het langzame deel behoorlijk. Het Bruchconcert en de Romance van Beethoven zijn eigenlijk de enige werken die de solist in optimale vorm laten zien en horen.