DVD Documentaires

NELSONS, ANDRIS: KUNST VAN HET DIRIGEREN, DE

Wagner: Ouverture Rienzi; Strauss, R.: ‘Sluierdans’ uit Salome op. 54; Shostakovich: Symfonie nr. 8 in c op. 65. Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons. C Major 70990-8 (dvd 1u. 42’15”). Luzern 2011

 

Beethoven: Ouverture Die Ruinen von Athen op. 113; Pianoconcert nr. 5 in ES op. 73; Chopin: Étude nr. 8 in F op. op. 10; Rimsky-Korsakov: Sheherazade op. 35; Dvorak: Slavische dans nr. 3 op.46/3. Yefim Bronfman met het Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons. C Major 71010-8 (dvd, 1u. 50’). Luzern, 2011  

 

Strauss: R.: Also sprach Zarathustra op. 30; Macbeth op. 23; Till Eulenspiegels lustige Streiche op. 28. Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons. C Major 71890-8 (dvd, 80’). Amsterdam 2013

 

Andris Nelsons: Genius on fire. Orfeo D 87413 V (dvd, 52’). 2013

 

Nelsons no. 5. Documentaire van Carmen Cobos over voorbereiding en uitvoering van Symfonie nr. 5 door het Concertgebouworkest. NOS video (53’, 72’). 

 

Wie zich in de biografie van de Letse dirigent Andris Nelsons (1978) verdiept, krijgt een veelzijdig beeld van deze intussen charismatische musicus. Geboren in een zeer muzikaal nest, studeerde hij niet alleen trompet en piano aan het conservatorium in Riga, maar zong hij ook als bas-bariton in het ensemble voor oude muziek van zijn moeder. Om zich te bekwamen in orkestdirectie toog hij naar Alexander Titov in St. Petersburg en volgde hij masterclasses bij Jorma Panula en Neeme Järvi. Finishing touches bracht Mariss Jansons aan.

Het begin van zijn dirigeercarrière was als vierentwintigjarige van 2003/7 als chef van de Letse nationale opera en nadat hij in 2010 succesvol Wagners Lohengrin in Bayreuth had gedirigeerd, stonden de wereldpodia voor hem open. Birmingham riep hem in 2008, gastdirigentschappen en opnamen hielden hem in Amsterdam, Wenen, Berlijn, München, Keulen, Dresden, Luzern, Londen en Boston actief. In Boston werd hij eind als chef aangesteld net voordat hij mogelijk voor een aantal jaren aan Amsterdam kon worden gebonden.

Via de beide documentaires – Genius on fire en Nelsons no. 5 - krijgen we een goed beeld van de dirigent aan het werk en een glimp van zijn privébestaan. Om te beginnen ervaart men dat Nelsons altijd grondig te werk gaat en zijn vak bloedserieus neemt. Zijn gedrevenheid en motivatie zijn haast tomeloos. Tijdens repetities geeft hij niet kil aanwijzingen, maar praat hij indien nodig nogal; soms zingt hij een frase voor in een Engels-Duits taaltje. Hij gebruikt vergelijkingen, beschrijft de gewenste sfeer, het noodzakelijke karakter.

Niet alleen zijn hand- en armbewegingen geven richting, zijn hele lichaamstaal wordt in stelling gebracht. De dirigent zie je op het podium nauwelijks in het traditionele rokkostuum, maar liefst in een soort donkerbruine monnikspij. Het geheel straalt een haast manisch enthousiasme voor muziek en muziek maken uit. 

Die duidelijke fysieke aanwezigheid en de prachtige bereikte resultaten maken het musiceren van orkesten onder Nelsons zo fascinerend.

De drie genoemde dvd’s met muziekprogramma’s laten duidelijk de fraaie visuele en auditieve uitkomsten zien en horen van Nelsons’ inzet en werkwijze. Daarbij is het aantal beperkt door alleen opnamen met het Concertgebouworkest te kiezen. Deze doen terzijde beseffen wat we in Nederland missen doordat Nelsons mogelijke benoeming niet doorging.