OISTRAKH IN CONCERT
Oistrakh, David in concert. Bach: Vioolconcert nr. 1 in a BWV 1041; Beethoven: Vioolsonate nr. 5 in F op. 24 Lentesonate; Brahms: Scherzo uit de FAE vioolsonate; Finale uit het vioolconcert; Debussy: ‘Clair de lune’ uit Suite bergamasque; Prokofiev: 5 Melodieën op. 35; Allegro uit sonate voor 2 violen in C op. 56; Schubert: Andantino uit vioolsonate in A D. 574. Met Igor Oistrakh, Lev Oborin, Frida Bauer, het BBC symfonie orkest o.l.v. Rudolf Schwarz c.q. het Engels kamerorkest o.l.v. Colin Davis. EMI 492.836-9 (75’57”, 4:3, geluid mono, regio 0). 1958-1962 Een nuttige aanvulling op de dvd met het portret van Oistrakh door Bruno Monsaingeon. Deze schijf bevat twee volledige werken: Bachs Erste vioolconcert en Beethovens lentesonate. Werken die we van Oistrakh al kenden als geluidsdocument, maar dan als studio-opnamen. Hier gaat het om ‘live’ registraties, Bach uit de Royal Festival Hall in 1961, Beethoven van de ORTF in Parijs uit 1962 en wel in een als overdadig gepolsterde zitkamer met een dreigend kijkend portret van Beethoven op de achtergrond. Wat spijtig dat van Brahms’ vioolconcert blijkbaar alleen de finale restte in deze uitvoering, want Oistrakhs Brahms was altijd geweldig in de lp tijd met imposante versies met Konwitschny (DG, 1954), met Klemperer (EMI, 1959) 2x met Kondrashin (Melodia 1952, Russian Revelation 1963), Rozdestvensky (Icone 1961) en Pedrotti (Multisonic 1961). Gelukkig is die volledige interpretatie met Rozdestvensky wel in beeldvorm verschenen op EMI 491.301-3, maar tot nu toe alleen als vhs cassette.Bach klinkt zoals gewoonlijk bij Russische vertolkers van de oude stempel erg zoetelijk en romantisch, het ergst in het middendeel. Die aanpak past beter in het langzame deel van Beethovens sonate, hier niet met Frieda Bauer als begeleidster (zoals vroeger in de Philips lp opname), maar met Oborin. De kortere fragmenten zijn alle de moeite waard, maar geenszins uitzonderlijk, hooguit het samenspel van koning David en prins Igor in de sonate van Leclair.Van de beeld – en geluidskwaliteit mag men geen wonderen verwachten, maar dat doet nauwelijks of geen afbreuk aan de historische waarde van deze opnamen.