DVD Documentaires

PIANOFESTIVAL LA ROQUE D'ANTHERON

Pianofestival La Roque d’Anthéron

 

Onder pianofanaten doet een aantal, kleine minifestivals opgeld waar je als fijnproever en op zoek naar bijzondere, vaak nieuwe mensen beslist heen moet. In Frankrijk gold dat natuurlijk het festival in ‘De schuur’ in Tours, waar ook Sviatoslav Richter zich nog graag vertoonde. Minder bekend is de oude Provençaalse abdij in La Roque d’Anthéron waar sinds 1980 door René Martin jaarlijks zo’n feest wordt georganiseerd. Pak een goede atlas en zoek het op, even ten N.W. van Aix-en-Provence. Het is er dan meestal bloedheet (airco ontbreekt) en de zachtste pianopassages worden niet zelden overstemd door een luid krekelkoor.

Maar wat er te horen is, is meestal wel zeer de moeite waard. Het gaat trouwens niet louter om solo pianorecitals, maar er wordt ook kamermuziek gemaakt. Gevestigde reputaties als Elisso Wirssaladze, Christian Ivaldi en Boris Berezowsky zijn er te bewonderen naast minder bekende grootheden en jonge nieuwkomers als Iddo Bar-Shai, Bertrand Chamayou, Severin von Eckardstein, David Fray, Jean-Frédéric Neuburger en de intussen alweer bekendere Lise de la Salle.

Allemaal in een stel heel afwisselende programma’s te zien op een eerste vijftal Naïve dvd-v’s. De eerste daarvan is geheel voor Frank Braley met een optreden van zeventig minuten voor zichzelf. Hij maakte om te beginnen een keuze van twaalf stuks uit Debussy’s Préludes en imponeert meteen, vooral in ‘Ce qu’a vu le vent d’ouest’ dat als eerste hoogtepunt kan gelden. Volgen twee lekker jazzy brokken Gershwin en afrondend het nodige aan superieurs van Liszt. Eerst een duistere, geheimzinnige Lugubre gondola en dan twee Petrarca sonetten, een poëtische nr. 123 en een stormachtige nr. 123.

Daarna is het de beurt aan de geweldige Boris Berezovsky met een Tschaikovskyprogramma dat hij alleen inzet met de sfeervol gespeelde Nocturne in cis op. 19/4 uit de 6 Morceaux en de Sérénade mélancolique. Dan voegen violist Dimitri Makhtin en cellist Alexander Kniazev zich bij hem in het Pianotrio in a op. 50 met het inderdaad heel elegisch gespeelde eerste deel en een rijk geschakeerd variatiedeel. Weer aan zichzelf overgelaten besluit hij niet met Augustus, maar met de Juni barcarolle uit De jaargetijden. Dit is eigenlijk de mooiste opname van het stel.

Op de derde plaat presenteert het duo Christian Ivaldi en Jean-Claude Pennetier zich met een mooi Schubertprogramma. Uiteraard wordt de kern daarvan gevormd door de Fantasie in f D. 940 die zo mooi wordt gespeeld dat men niet meer in de verleiding komt te vergelijken met andere beroemde koppels als Pires/Castro, Perahia/Lupu, Lortie/Mercier, Richter/Britten en vader en dochter Gilels. Dit werk is omringd door het Allegro ‘Lebensstürme in a D. 947 en het geheel wordt afgerond door het Rondo in A D. 951 en de zelden te horen 8 Variaties over een Frans lied D. 624.

Daarna treedt Elisso Wirssaladze aan met het Allegro precipitato uit Prokofievs Pianosonate nr. 2 in d op. 14, Schumanns Kreisleriana op. 16 en Tschaikovsky’s 6 Morceaux op. 51. Recht doende aan Sviatoslav Richters loftuitingen excelleert ze in het tot in alle detail en alle wisselende stemmingen uitgepeurde stuk van Schumann. Passend is ook de vrij droge, verbeten Prokofiev van haar, alleen Tschaikovsky had hooguit wat milder en melancholieker gekund.

Tot slot is het de beurt aan het aanstormend talent in de personen van Iddo Bar-Shai met een zestal wat overdreven emotioneel geladen Mazurka’s van Chopin (nr. 10 op 17/1, 13 op. 17/4, 25 op. 33/4, 40 op. 63/2, 45 op. 67/4 en 49 op. 68/4), van een haast letterlijk razend virtuoze Bertrand Chamayou met Liszts En rêve S. 207, Miserere du Trovatore S. 175, Nuages gris S. 199 en de Rigolettoparafrase S. 434.

Severin von Eckardstein profileert zich meesterlijk met het Allegro molto appassionato uit Schumanns Fantasie in C op. 17; Beethovens Rondo a capriccio in G op. 129  Die Wut über den verlorenen Groschen en diens 6 Variaties over een oorspronkelijk thema op. 34 varen wel in de capabele handen van de pas 17-jarige Jean-Frédéric Neuburger en David Fray brengt heel doorleefd Schuberts Wandererfantasie in C D. 760 en last but not least is daar de jongste van het stel, Lise de la Salle die de show steelt met Bachs koraalvoorspel Ich ruf zu Dir en Chopins Etude nr. 18 in gis op. 25/6 (en niet nr. 4 zoals de plaat vermeldt).

Ook de soms hevig transpirerende spelers hebben zichtbaar last van de warmte maar weren zich dapper en echte muzikale minpunten zijn er dan ook niet. De summiere toelichtingen – toch vrijwel altijd een zwak punt bij dvd-v materiaal – van Jennifer Lesieur zijn tamelijk onder de maat. De per sessie verschillende beeldregisseurs zorgen voor rustige, maar niet al te statische registraties die leuke inkijkjes van het gebeurde geven maar niet gewild aandoen met het voordeel dat de kijker/luisteraar niet nodeloos van de essentie wordt afgeleid.

 Discografie

De gespeelde werken zijn hierboven gespecificeerd.

Frank Braley. Pianowerken van Debussy, Gershwin en Liszt. Naïve DR 114 (dvd, 70’, 16:9, geluid PCM stereo, 5.1 en DTS 5.1, regio 0).

Boris Berezovsky met Dimitri Makhtin en Alexander Kniazev. Pianowerken en Pianotrio van Tschaikovsky. Naïve DR 115 (dvd, 70’, 16:9, geluid PCM stereo, 5.1 en DTS 5.1, regio 0).

Christian Ivaldi en Jean-Claude Pennetier. Schubert: vierhandige pianowerken. Naïve DR 116 (60’, 16:9, geluid PCM stereo, 5.1 en DTS 5.1, regio 0).

Elisso Wirssaladze. Pianowerken van Prokofiev, Schumann en Tschaikovsky. Naïve DR 117 (69’, 16:9, geluid PCM stereo, 5.1 en DTS 5.1, regio 0).

Les pianos de demain. Iddo Bar-Shai, Bertrand Chamayou, Severin von Eckardstein, David Fray, Jean-Frédéric Neuburger en Lise de la Salle spelen pianowerken van Bach, Beethoven, Chopin, Liszt, Schubert en Schumann. Naïve DR 118 (110’, 16:9, geluid PCM stereo, 5.1 en DTS 5.1, regio 0).