ROSTROPOVITCH: CONCERTOPNAMEN
Rostropovitch, Sviatoslav: Concertopnamen. Moessorgsky: Liederen en dansen van de dood; Prokofiev: Symfonie-concert in e op. 125; Shostakovitch: Celloconcert nr. 1 in Es op. 107 met Galina Vishnevskaya, het Londens symfonie orkest o.l.v. Charles Groves c.q. het Monte Carlo opera orkest o.l.v. Okko Kamu. EMI 490.120-9 (84’32”, 4:3 zw/w, geluid 1.0, regio 0). 1970 Prokofievs Symfonie-concert met zijn merkwaardige ontstaansgeschiedenis is een kolfje naar Rostropovitch’ hand(en). Hij kan zich uitleven in vrij emotioneel voorgedragen lyrische gedeelten, maar ook in het felle scherzo, waar hij zo virtuoos te keer gaat dat het publiek aan het eind van dat deel spontaan in applaus uitbarst. Shostakovitch werd kennelijk door dit werk en natuurlijk door de bijzondere gaven van de cellist geïnspireerd toen hij zijn celloconcert in 1959 componeerde. Twee jaar later verzorgde Rostropovitch er de Londense première van. De orkestratie is bijzonder, bedoeld voor klein orkest met dubbel bezette houtblazers, celesta doch slechts één hoorn (hier echter door niemand minder dan door Barry Tuckwell bespeeld) met wie enige duetten aan de orde worden gesteld. De kern van het werk wordt gevormd door een prachtig moderato met cellospel in de hoogste regionen en met de celesta gedeelde harmonischen. Daarna komt de virtuoze cadens, gevolgd door een vervaarlijke finale.Als toegift zingt Rostropovitch’ echtgenote Galina Vishnevskaya met haar man ditmaal aan de vleugel de Liederen en dansen des doods van Moessorsky. Een doorleefde vertolking vol duistere schaduwen.In de opnamen is de camera vaak nadrukkelijk op de cellist en zijn instrument gericht wat misschien wat afleidt van het geheel, maar ook intens de aandacht richt op de verrichtingen van de als steeds verbluffende solist. In elk geval ontstond zo een heel boeiend, levendig geheel van behoorlijke kwaliteit.