Adam: Le corsaire. Robert Gabdullin (Conrad), Maria Yakovleva (Médora), Liudmilla Konovalova (Gulnare), Davide Dato (Birbante), Kiriill Koutaev (Laquedem) e.a. met het Ballet van de Weense Staatsopera o.l.v. o.l.v. Valery Ovsianikov. Naxos 2.110594 (dvd, 2u, 00’25”). 2016 

Adolphe Adam (1803 - 1856) baseerde in 1856 zijn ballet Le corsaire over een oosterse fantasie over boosaardige piraten, beeldschone slavinnen en een opium schuivende pasja losjes op een gedicht van Byron. Eigenlijk dient het verhaal over kidnapping en oplichterij slechts als verbindingsmateriaal voor een opeenvolgende reeks sierlijke dansen, waaraan Marius Petipa indertijd in St. Petersburg veel glans verleende.

In Wenen trok men beroemde Russische dansers aan die doorkneed waren in een heel goede uitvoering van dit werk. Maria Yakovleva is een verrukkelijke Medora die door de choreografie zweeft. Robert Gabdullin is een uitstekende Conrad, Liudmilla Konovalova een lieflijke kristallijnen Gulnare en Davide Dato steelt de show bijna als de grillige en furieuze Birbanto met zijn felle sprongen. Ook de ensembles maken een puike, goed ingestudeerde indruk. De piraten zijn zichtbaar belust op plunderen, de overige danseressen vormen een gaaf trio odalisten. De voorlaatste scène over een opiumdroom van de pasja is een hoogtepunt. 

Manuel Legris tekent voor een mooie choreografie en de decors en kostuums van Luisa Sonatelli zijn een lust voor het oog.

Bonynge maakte een cd opname van dit ballet (Decca 430.286-2, 2 cd’s) en het American Ballet theatre onder Ermanno Florio (ArtHaus 100.066) zowel als het Engelse Nationale ballet o.l.v. Gavin Sutherland (Opus Arte OA 1147 D) waren Naxos voor met dvd uitgaven, maar het is niet alleen de prijs, doch ook de tot in beeld en geluid mooi afgewerkte nieuwe productie die de voorkeur verdient.