Berlioz: Les Troyens. Bryan Hymel (t., Aeneas), Eva-Maria Westbroek (s., Dido), Anna Caterina Antonacci S., Cassandra), Fabio Maria Capitanucci (b., Cooebus), Hanna Hipp (ms., Anna), Ashley Holland (b), Panthus), Barbara Senator (ms., Ascanius), Brindley Sherratt (bs., Narbal) e.a. het het Ensemble van Covent Garden, Londen o.l.v. Antonio Pappano. Opus Arte OA 1097 D (2 dvd’s, 3u. 50’01” + 30’ bonus). 2012
Berlioz maakte nooit een volledige opvoering van zijn in 1858 geschreven en door Virgelius geïnspireerde opera Les Troyens mee. Gedurende vijf jaar na voltooiing probeerde hij het werk op de planken te krijgen in de Parijse Opéra – een instelling waarmee hij altijd al problemen had gehad. Het beste wat hij wist te bereiken, was een opvoering van de laatste drie aktes in ht Théâtre lyrique, maar zelfs die werd na één keer ingekort.
Problemen met potentiële uitgevers betekenden dat de volledige partituur pas aan het eind van de jaren 1880 werd gepubliceerd en dat pas na juridisch ingrijpen van Berlioz’ executeurs testamentair.
Het werk werd als een onmogelijke moloch beschouwd met een reikwijdte die opvoeringen onpraktisch maakte. In de jaren negentig van de negentiende eeuw waren er enkele opvoeringen in Duitsland en in 1921 werden in Frankrijk verkorte versies opgevoerd.
Maar pas na twee opvoeringen in Engeland kreeg het werk de verdiende plaats in het grote repertoire. Rafael Kubelik dirigeerde in 1957 een in het Engels gezongen productie in Covent Garden met Blanche Thebom en Jon Vickers (Testament SBT 4 1443) en Colin Davis deed dat in 1969 opnieuw. Daar ontstond meteen de eerste opname (Philips 416.432-2); in dat jaar werd ook de volledige partituur uitgegeven en in 2000 zorgde hij voor een mooiere reprise (LSO Live LSO 0010).
Na vier eerdere dvd opnamen van Levine uit New York 1983 (DG 073-4310), van Sylvain Cambreling uit Salzburg 2000 (ArtHaus 100.350), van Gardiner uit Parijs 2003 (Opus Arte OA 0900 D) en van Gergiev uit Valencia 2010 (C Major 70600-8) verscheen deze vijfde, opnieuw in Londen gemaakt.
Het decor van Es Devlin toont een somber Troje met ondoordringbare metalen muren en een met wapens en schilden behangen paard en later een Carthago als klein koninkrijk in terracotta. De vierde acte is in maanlicht gebaad. De kostuums van Moritz Junge ogen negentiende eeuws, net als de sabels en musketten. Dat is een opvatting, redelijk passend in de jaren 1850.
Meer waardering wekt de straffe massaregie van David McVicar, al mist hij wat belangrijke visuele details. Zo plaatst hij Priamus en Hecuba teveel in het centrum van de handeling en zien we ook Panthus die Ascanius troost teveel op de voorgrond. Doch dit zijn slechts kleine details die geen afbreuk doen aan de als geheel erg goed geslaagde vormgeving.
Verder gaat het om een opvoering die ondanks de wat langzame tempi, vooral in de tweede en derde akte van Pappano van meet af aan vlam vat. In de titelrol van Aeneas is de vrij onbekende Bryan Hymel verbluffend sterk. Luister naar zijn ‘Inutile regrets’ om dat bevestigd te vinden.
Anna Catarina Antonacci, ditmaal in het zwart herhaalt de goede Cassandra die ze al bij Gardiner zong met elk moment van haar voordracht en gebaren vervuld van iets biologerends. Ze domineert sterk en maakt dat ieder woord telt. Als Dido kiest Eva-Maria Westbroek in dramatisch opzicht voor een licht geserreerde, kleinschalige opvatting, waarmee ze eerder ontroert dan imponeert, maar in de slotscènes zingt ze hartverscheurend mooi.
De Coroebus van Fabio Capitunacci valt wat tegen, alleen al door zijn povere Frans. Gelukkig maken Hanna Hipp (Anna) en Barbara Senator (Ascanius) wel een sterke indruk. Datzelfde geldt voor de Narbal van Brindley Sherratt als de Panthus van Ashley Holland.
De opname oogt pittig en helder en de klank is goed. Het geheel is dan wel misschien niet de beste, meest aanbevelenswaardige dvd versie – daarvoor komt ook Gardiner in aanmerking – maar wel een heel goede.