Bellini: I puritani. Roland Bracht (bs., lord Gualtiero Valton), Adam Palka (bs, Sir Giorgio Valton), Ana Durlovski (s., Elvira), René Barbera (t., Lord Arturo Talbo), Diana Haller (ms., Enrichetta di Francia), Gezim Myshjeta (b., Sir Riccardo Forth) en Heinz Göhrig (t., Sir Bruno Robertson) met het Ensemble van de Staatsopera Stuttgart o.l.v. Manlio Benzi. Naxos 2.110598/9 (2 dvd’s, 3u., 10’32”). 2018
Zoals iedere andere Italiaanse componist met ambitie stak Vincenzo Bellini de Alpen over op zoek naar succes in de enige stad die ertoe deed voor een operacomponist: in Parijs schreef hij in 1835 zijn I puritani (de puriteinen), zij laatste meesterwerk voordat hij jong op 33-jarige leeftijd stierf.
Zijn tijdgenoten hoopten op een tweede Norma, maar Bellini verraste met een werk d at was doordrongen van de zoete melancholie die ook kenmerkend was voor zijn vroege opera’s. Indachtig de Franse smaak breidde hij de structuur van de ‘nummeropera’ uit met afzonderlijke aria’s en ensembles, zorgvuldig van elkaar gescheiden door gezongen recitatieven.
De grote kracht van I puritani is dat we op moeiteloze en melodieuze wijze de Engelse burgeroorlog worden ingetrokken, samen met Elvira die verliefd is op de royalist Arturo en waanzinnig wordt wanneer ze zijn relatie met koningin Henriëtta-Maria verkeerd interpreteert.
Dit is een zangers; opera voor een publiek dat, volgens de componist, ‘weinig begrijpt van wat echt zingen inhoudt’.
De opera werd geschreven voor de vier grootste vocalisten uit die tijd: Giulia Grisi, Giovanni Battista Rubini, Antonio Tamburini en Luigi Lablache. Er zijn opwindende koren en coloratuurhoogtepunten, zoals Elvira’s ‘Son vergin vezzosa’, wat mogelijk de mooiste cantilene is die Bellini ooit heeft geschreven.
Ana Durlovsky, Roland Bracht, Adam Palka en René Barbara vormen een puik kwartet in rollen die hoge eisen stellen (de hoge C bij opkomst en de hoge F in de finale voor de tenor; het moment van waanzinnigheid van de sopraan).
Het is fijn dat er naast de prachtige dvd opname met Juan Diego Flørez, Nino Machaudze, Ildebrando d’Arcangelo en Ugo Guagliardo (Decca 074-3351) nu zo’n solide goedkoop alternief is.