DVD Recensies

BARTOK: ALTVIOOLCONCERT, POWER

Bartók: Altvioolconcert Sz. 120; Rózsa: Altvioolconcert op.37; Serly: Rapsodie voor altviool en orkest. Lawrence Power met het Bergen filharmonisch orkest o.l.v. Andrew Litton. Hyperion CDA 67687 (63'00"). 2009

De bij de dreiging van het Naziregime destijds naar de V.S. uitgeweken Hongaar Miklós Rozsa (1907-1995) kennen we vooral van zijn filmmuzieken bij o.a. Ben Hur, El Cid, Julius Caesar, The jungle book en Quo vadis maar hij bracht ook een respectabel aantal - vooral concertante - werken op zijn naam, waaronder het hier vermoedelijk voor de tweede keer na Karni (Naxos 8.570925) opgenomen Altvioolconcert, een laat werk uit het begin der jaren tachtig v.e vol donkere tinten en rijke textuur; hij werkte er ook vier jaar met onderbrekingen aan. Het werk heeft een haast nostalgische Hongaarse inslag met zijn afwisseling tussen nostalgie en speelsheid; invloeden van Bartók en Kodály zijn nooit ver uit de buurt. Zeker ook omdat de Engelse altist Power met prachtig warme toon van zijn Antonio Brensi (Bologna)uit ca. 1610 (!) zo'n overtuigend pleidooi houdt voor het werk dat hij in alle geledingen belicht is dit een waardevolle bijdrage aan het solorepertoire van dit mooie strijkinstrument.

Met het Altvioolconcert van Bartók komen we op veel vertrouwder terrein. Dus is de concurrentie binnen de cd wereld ook groter. Power blinkt vooral uit in de lyrische passages, waardoor het Adagio religioso vanzelf een hoogtepunt wordt. Maar hij toont over het geheel toch net een iets geringere totale identificatie met deze muziek dan Kim Kaskaskian (ECM 465.420-2). Maar de verschillen zijn marginaal. Het werk klinkt uiteraard in de voltooiing van Serly en het is dus volkomen terecht dat diens Rapsodie over Hongaarse volksmelodieën, geharmoniseerd door Bartók, een bijna negen minuten durend stuk, hier ook is opgenomen.

Primair verdient deze verder uitstekend opgenomen en van sympathieke, idiomatisch rake begeleidingen door de Noren voorziene cd een welkom dankzij de werken van Rozsa en Serly, maar eigenlijk is het totaal ook volkomen geslaagd.