Cavalli: Il Giasone. Valer Sabadus (ct., Giascone), Kristina Hammarström (ms., Medea), Kristina Mkhitaryan (s., Isifile, Sole), Willard White (b., Giove, Orsete), Günes Gürle (bs., Besso), Raúl Giménez (ba., Ercole) e.a. met de Cappella mediterranea o.l.v. Leonardo García Alarcón. Alpha ALPHA 718 (dvd, 3u., 02’29”). 2017
Eigenlijk heette Francesco Cavalli (1602 - 1676) Pier Francesco Caletti-Bruni, maar hij nam de naam van zijn beschermheer aan toen hij in 1616 toetrad tot het koor van de San Marco in Venetië dat onder leiding stond van Monteverdi.
In 1649 werd deze opera over de figuur Jason uit de Griekse mythologie voor het eerst opgevoerd. Het is het tragisch verhaal van Jason en Medea. Als jongeman werd Jason door zijn vader, koning Aeson opgedragen om het Gulden Vlies terug te halen. Daartoe verzamelde hij een stel helden onder wie Hercules, Theseus, Peleus, Meleager, Laertus, Zetes en Calais, Castor en Pollux plus de zanger Orfeus (de Argonauten) voor de tocht naar Colchis om daar aan koning Aietes dat Gulden vlies te vragen. Die wilde dat wel afstaan, maar dan moest Jason eerst wel twee stalen vuurspugende stieren temmen, met hen een veld ploegen en dan drakentanden zaaien en de krijgers verslaan die daaruit opgroeiden. Met de hulp van Medea, de dochter van de koning, lukte dat nadat hij haar had moeten beloven dat hij met haar zou trouwen.
Jason vervulde die opdracht met succes, maar Aietes vertelde vervolgens dat het gulden vlies door een draak werd bewaakt en dat die dus ook eerst verslagen moest worden. Orfeus zong de draak in slaap waarna Orfeus her kon bemachtigen en terugbrengen. Toen echter Jason en Medea wegvoeren ging Aietes achter hem aan en Medea redde de situatie door haar meegenomen broertje aan stukken te snijden en overboord te gooien. Om zijn zoon een waardige begrafenis te kunnen geven, zat er voor Aietes niets anders op dat de stukken van zijn zoon uit zee te vissen en zo ontkwamen Medea en Jason.
Ze trouwden en kregen kinderen. Maar toen Jason later verliefd werd op een andere vrouw, werd Medea zo kwaad dat ze haar beide kinderen doodde en de Argo op de slapende Jason liet omvallen waardoor ook hij omkwam.
Cicognini volgde de historische gebeurtenissen in zijn libretto niet helemaal correct, maar zorgde welvoor een spannende basis van een treffende opera vol verschrikking, veel pathos, maar ook veel gevoel en met fraaie climaxen.
Met aan heel goed zangersteam van elf leden, waarvan veel ook nog in dubbelrollen brengt Leonardo García Alarcón dit werk tot leven. De bijdragen van de solisten klinken enthousiast en zitten vol expressie. Luister maar naar ’Se dardo pungente’ van Kristina Hammarström (Medea). Countertenor Valer Sabadus is een geloofwaardige, serieuze Jason in alles wat hij doet. Opvallend goed zijn ook tenor Migran Agadzhanyan als Demo, sopraan Kristina Mkhitaryan als Isifile en tenor tenor Raul Giménez als Efeo. Ook bas Alexander Milev als Ercole laat in ‘Io pur ti tocco’ goed horen hoe sentimenten als pathos en droefenis in dit werk samengaan.
Met de Cappella mediterranea zorgt García Alarcón voor een mooie, muziekhistorisch goed verantwoorde begeleiding. De decors van Ezio Toffolutti zijn sober, alleen zijn kostuums zijn te modern van snit.
Zoals meestal bij dvd’s is wel voor een synopsis van de handeling, maar niet van de gezongen tekst gezorgd.
Op cd maakte Federico Maria Sardelli een opname van deze opera met het ensemble van de Vlaamse opera (Dynamic CDS 66313, 3 cd’s).
Later bemoeide Stradella zich nog uitvoerig met dit werk en maakte er Il novello Giasone van, dat op 3 cd’s verscheen in 2011 van Antonio Greco (Bongiovanni GB 2464/6-2).