DVD Recensies

CASELLA: DONNA SERPENTE, LA

Casella: La donna serpente. Carmela Remigio (s., Miranda), Erika Grimaldi (s., Armilia), Francesca Sassu (s., Farzana, Coryphaea), Anna Maria Chiuiri (ms., Canzáde), Piero Pretti (t., Altidòr), Francesco Marsiglia (t., Alditrúf), Marco Filippo Romano (b., Albrigòr) en Roberto de Candia (b., Pantúl) e.a. met koor en orkest van het theater Regio Torino o.l.v. Gianandrea Noseda. Naxos 2.110631 (dvd, 2u., 23’). 2016 

De fabel La donna serpente van Gozzi (de slangenvrouw) ging in 1762 in het Venetiaanse Teatro Sant’Angelo in première en gaat over de sprookjesprinses Miranda (Cherestani) die verliefd is op de al te menselijke Altidòr (Farruscad). Daarvoor krijgt ze toestemming van haar sprookjeskoning Demogoron op voorwaarde dat ze nooit haar ware identiteit verraadt. Eerst moet ze Altidòr aan enige zware beproevingen onderwerpen, waarna hij moet zweren dat hij haar nooit zal verraden. Wanneer hij faalt, zal Miranda gedurende tweehonderd jaar in een slang veranderen. Het onvermijdelijke gebeurt: Altidòr verraadt Miranda en ze wordt een slang. Maar in de derde acte lukt het Altidòr om haar met behulp van een tovenaar terug te winnen nadat hij drie monsters en een vuurwal heeft overwonnen.

Wagner gebruikte deze stof in 1833 voor zijn eerste opera Die Feen die tijdens zijn leven nooit werd opgevoerd. Daar bestaat wel een stel opnamen van, bijvoorbeeld van Wolfgang Sawallisch (Orfeo C 062833 F).

Alfredo Casella (1883 - 1947) gebruikte deze stof die wisselt tussen het sinistere en het etherische in 1932 ook voor zijn enige opera die wisselt tussen komedie en drama in suggestieve muziek van neoklassieke stijl. Het werk ademt enigszins de sfeer van Prokofievs Liefde der drie sinaasappels.

De opera bevat aardig wat treffende aria’s en ensembles, met als hoogtepunt Miranda’s ontroerende Vaghe stelle dell’orsa als genadeverzoek aan het begin van de derde acte, gevoelig door Carmela Remigio gezongen. Ook haar geliefde, Piero Pretti als Altidòr, maakt een zeer capabele indruk. Alle andere zangers maken een feest van het werk en regisseur Arturo Cirillo laat het werk goed tot zijn recht komen met koor, dansers - in de geest van Puccini’s Ping, Pong en Pang uit Turandot - in fraaie kostuums en decors.Eindelijk een meteen heel goede opname van deze opera, waaruit we tot nu toe alleen twee Suites konden horen, ook van Noseda maar dan met het BBC filharmonisch orkest (Chandos CHAN 10712).