Donizetti: Lucie de Lammermoor. Patrizia Ciofi (Lucie Ashton), Roberto Alagna (Edgard Ravenswood), Ludovic Tezier (Henry Ashton), Marc Laho (Sir Arthur), Nicolas Cavallier (Raymond), Yves Saelens (Gilbert) met het Ensemble van de Opera Lyon o.l.v. Evelino Pidò. TDK DV-OPLDL (145’, 16:9, geluid 2.0, 5.1, DTS 5.1, regio 0). 2002
Het zal een der eerste keren zijn dat deze populaire opera van Donizetti in diens eigen Franse uitgave uit 1839 is vastgelegd. Het gaat behalve om een vertaling ook om kleine veranderingen aan het begin van het werk. De tenorpartij van Normanno komt in handen van Gilbert en wordt wat opgewaardeerd met een Iago-achtig karakter. Spijtig genoeg liet de componist de magische glasharmonica (of harp) inleiding van de beroemde aria ‘Regnava nel silenzio’ met araia en al vervallen om die door een saai numme te vervangen. Ook naar Alisa zal men vergeefs zoeken. Verder gaat het om minieme wijzigingen die de handeling moeten verduidelijken.
In januari 2002 werd het werk als zodanig in Lyon opnieuw tot leven gewekt. Natalie Dessay had de titelrol zullen zingen, maar moest worden vervangen door Ciofi (op de audio cd versie, Virgin 545.528-2, is Dessay wèl te horen!). Voor het overige gaat het om een in de traditie gewortelde presentatie van het beproefde team Caurier/Leiser met eenvoudige decors van Christian Fernouillat. Een goed functionerend, gangbaar concept.
Ciofi werpt zich met hart en ziel in de strijd en maakt met haar wat overdreven lichaamstaal al aan het begin een lichtelijk psychotische indruk en niet pas in de waanzinscène, die overigens – zonder de lange, niet authentieke cadens – best een geslaagde tour de force is. Haar zang is nogal monotoon, maar wel zuiver. Alagna zingt met kennelijk plezier in zijn moers taal, hij is enthousiast, maar klinkt soms wat geforceerd. Tézier is een elegante, fraai acterende Enrico: een Franse bariton van formaat. Pidò is doorkneed als Donizettidirigent. Afgezien van enige momenten van oversturing is de geluidskwaliteit naar behoren, de beeldvoering van Don Kent neigt wat teveel naar close-ups, wat weinig flatteus is voor de zangers.