Dvorak: Symfonie nr. 7 in d op. 70; Slavische dansen nr. 9-16 op 72, Romance voor viool en orkest in f op. 11. Praags Symfonie Orkest o.l.v. Jiri Belohlavek met Ivan Zenaty, (viool). ArtHaus 102.135 ( dvd , 100’). 1993
Na de wereldwijd misschien wel ononderbroken reeks vertolkingen van Dvoraks bewonderde en geliefde Negende symfonie, “Uit de Nieuwe Wereld,” verdient de Zevende, in d kl. Op. 70, ongetwijfeld een puike tweede plaats, wat populariteit betreft en vooral qua meesterschap in beheersing van muzikale processen en orkestraal raffinement. Bovendien etaleert Dvorak in dit meesterwerk opnieuw een onversneden melodische inventiviteit die hem wat mij betreft de grootste melodicus maakt sinds Schubert. Deze symfonie is de hoofdschotel van een recente ArtHaus-dvd waarop de Tsjechische dirigent Jírí Bélohlavek het Praags symfonie orkest dirigeert. De aanstekelijke Slavische Dansen Op. 72 en de vroege Romance voor viool en orkest Op. 11 met Ivan Zenaty als solist, completeren dit concert in de Frankfurter Alte Oper, opgenomen in 1993 onder regie van Rodney Greenberg. Hoewel dus al geruime tijd geleden opgenomen, is dit concert in beeld en geluid verrassend fraai geconserveerd. Aan een enkel muzikantenhoofd met lange haren of een hoornen bril is de tijds-afstand soms af te lezen, maar dat mag de muzikale en visuele pret van deze alerte tv-registratie, precieus gedigitaliseerd, allerminst drukken. Jiri Bélohlavek geniet in de Westeuropese muziek-hoofdsteden niet de reputatie die hem binnen de grote traditie van het Tsjechische en Slowaakse dirigentendom ten deel gevallen is, al treedt deze in 1946 te Praag geboren chef-dirigent van het Praags symfonie orkest wel veelvuldig op bij prominente orkesten in zo’n beetje alle Europese landen en de VS. Misschien is het wel de aard van Tsjechen en Slowaken, dat ze minder luid de trom roeren of de baton, want ook hoog gekwalificeerde magistrale vertolkers als Talich, Kubelik, Ancerl en Neumann waren ondanks hun faam groot in bescheidenheid en dienstbaarheid aan de muziek, zonder opsmuk of ego’s als die van Toscanini, Mengelberg, Beecham, Stokowski of recenter, Von Karajan. Ook Japan en de VS hebben Bélohlavek leren kennen en waarderen als briljant maestro, misschien wel als mens en musicus te vergelijken met een en charismatische collega als Eduard van Beinum. Hoe zijn carrière verloopt en waar hij overal als (vaste) gast-dirigent wordt bewonderd, ou bij de BBC, is allemaal te lezen in de bijsluiter waarmee een van zijn recente dvd’s wordt gedocumenteerd en waarbij – uiteraard zou je bijna zeggen – muzikale meesterwerken van de grootste Tsjechische componist uit het laatste decennium van de negentiende eeuw, Antonin Dvorak, uit de doeken worden gedaan. De gespannen, veerkrachtige vertolking van de symfonie, met dat volksdansachtige vitale Scherzo vivace, is overrompelend. En de wijze waarop het Praags Symfonie Orkest dit opus verklankt en de Slavische Dansen, benevens de minder fascinerende romantische Romance met vioolsolist Ivan Zenaty, maakt deze opname tot een feest voor oog en oor.
Ferd Op de Coul