DVD Recensies

GOUNOD: FAUST, MACKERRAS, PAPPANO, NÉZET-SÈGUIN

Gounod: Faust. Nicolai Gedda (t), Mirella Freni (s). Roger Soyer (b), Tom Krause (bs) met het ensemble van de Parijse Nationale Opera o.l.v. Charles Mackerras. Better Music OMD 004 (dvd, 2u. 40’). 1975

 

Gounod: Faust. Roberto Alagna, Angela Gheorghiu, Bryn Terfel , Simon Keenlyside en Sophie Koch met het Ensemble van Covent Garden Londen o.l.v. Antonio Pappano. EMI 631.611-9 (2 dvd’s, 1u. 40’ + 80’). 2004

 

Gounod: Faust. Jonas Kaufmann, Marina Poplavskya, René Pape, Russell Braun met het Ensemble van de Metropolitan Opera New York o.l.v. Yannick Nézet-Séguin. Decca 074-381-1 (2 dvd’s, 3u. 07’34”). 2011

 

Faust, de vierde van Gounods twaalf opera’s, zorgde in de negentiende eeuw voor veel furore. Het pop Goethe’s Faust I gebaseerde verhaal over een gegoede jonge geleerde die met hulp van de duivel een meisje verleidt en daarvoor richting hel zijn verdiende loon krijgt, viel destijds goed in de smaak. Niettemin wordt Marguérite tenslotte, gadegeslagen door een berouwvolle Faust, in de hemel opgenomen. Een Faust die de hoop op verlossing had opgegeven zonder de noodzaak van saaie theologie of verplicht kerkbezoek.

Door zich te richten op Faust en Marguérite wisten de librettoschrijvers Jules Barbier en Michel Carré precies te voldoen aan de verwachtingen van het publiek. Maar daar komt natuurlijk de rijkdom aan fraaie melodieën waar Gounod voor zorgde bij. Dat gaat van het Soldatenkoor via Faust zoetelijke ‘Salut! Demeure chaste et pure’ tot Marguérites ‘juwelenaria’.

Maar geleidelijk keerde de operawereld dit werk de rug toe totdat sinds een jaar of dertig de belangstelling daarvoor wat terugkeerde. Wat laat nam ook het nuttige aantal dvd opnamen toe. De meeste zijn gemaakt gedurende lopende theatervoorstellingen en laten dus een behoorlijk ingespeeld ensemble zien en horen.

Het meest Franse aan de opvoering onder Charles Mackerras is het Parijse theater, hoewel Gedda en Soyer als Frans beschouwd kunnen worden c.q. dat ook echt zijn. Regisseur Jorge Lavelli deed de materie geen geweld aan met onnatuurlijke verschuivingen in tijd en plaats en als geheel ontstond een best gezaghebbende opvoering met vier zangersrollen op heel hoog niveau. Gedda is een nu eens aarzelende dan weer doortastende Faust, als altijd in het bezit van prachtig geconserveerde stemmiddelen, Freni wet behalve het charmante ook het dromerige van haar rol te laten horen en Soyer is een sluwe duivel.

In New York hevelde regisseur Des MaAnuff de opera wel over naar de twintigste eeuw. Bij hem is Faust een atoomgeleerde die na het vallen van de eerste atoombommen in Japan met zijn (slechte) geweten wordt geconfronteerd. De bijkomende laboratorium locatie past natuurlijk niet zo goed bij Gounods romantische muziek, maar wie daar overheen stapt, wacht in vocaal opzicht een prestatie van de bovenste plank. Kaufmann is een gedroomde Faust, de hier onbekende Poplavskaya ontpopt zich als een geloofwaardige Marguérite. Dat maakt vooral dat de liefdesduetten heel mooi slagen. Braun kan er als duivel goed mee door. Opvallend is hoe Nézet-Séguin de begeleiding allure en glans verleent.

De EMI opname oogt en klinkt voortreffelijk. Alagna is op de toppen van zijn kunnen in de titelrol, al blijft bij hem het hoogste register wat scherp en had zijn stem iets meer mogen kleuren, maar verder is in vocaal opzicht bij hem alles optimaal. Naar verwachting overtreft Gheorghiu hem in al haar prestaties, ook acterend al neigt ze soms tot overdrijving. Als duivel neemt Bryn Terfel een goede houding aan, niet te overdreven dramatisch, maar wel briljant en redelijk charmant.

Uit de orkestbak klinkt een meer dan solide, dramatische ondersteuning en Pappano leidt de hele voorstelling in goede banen. Gelukkig zijn de aankleding en regie (van McVicar) dusdanig dat het werk niet vervreemdend naar een ander tijdperk is overgeheveld maar wel verfrissend is.

Wat is er van Faust nog meer op dvd? Een opvoering uit de Weense Staatsopera (1985) o.l.v. Erich Binder met Francisco Araiza, Gabriela Beňačková-Cápová, Ruggero Raimondi en Walter Grönroos in de regie van Ken Russell die Marguérite als non heeft verkleed en er met de haren een balletdanseres bij heeft gesleept. Matige geluidskwaliteit, dus niet echt de moeite waard. En eentje uit Parma (1987) o.l.v. Alain Guingal met Alfredo Kraus, Ana Maria González, Nicola Ghiuselev en Roberto Coviello (Hardy Classic HCD 4005) en tenslotte eentje van Paul Ethuin (1973) uit Tokio met Alfredo Kraus, Renata Scotto, Nicolai Ghiaurov en Lorenzo Saccomani (VAI 4417) die nauwelijks aantrekkelijker en zeker minder Frans zijn.

Het hele veld overziende, is men voorlopig het beste af met de EMI opname van Pappano, gevolgd door die van Nézet-Séguin.