Händel: Acis en Galatea HWV. 49a. Danielle de Niese (s., Galatea), Charles Workman (t., Acis), Matthew Rose (bs., Polyphemus), Paul Agnew (t., Damon), Ji’Min Park (t., Corydon), Lauren Cuthbertson (Galatea, danseres) Edward Watson (Acis, danser), Eric Underwood (Polyphemus, danser) en Paul Kay (Corydon, danser) met dansers van hetRoyal ballet, her Orkest van de Age of enlightement en het Royal Operakoor o.l.v. Christopher Hogwood. Opus Arte OA 1025 D (1u. 48’). 2009
Acis en Galatea behoort ongetwijfeld tot Händels meesterwerken.Maar wat is het: een opera, een oratorium, een masque, een serenade? Het verhaal kan heel kort worden samengevat: meisje ontmoet jongen, jongen treft meisje, meisje verandert jongen in fontein.
Wat meer in detail gaat het om een groepje nimfen en harders dat geniet van hun pastorale omgeving. De halfnimf, halfgodin Galatea voegt zich bij hen en toont haar liefde voor de herder Acis, die eveneens op haar verliefd is. Acis’ vriend Damon raadt hem aan op te passen met zijn gevoelens. Niettemin vervolgt het paar de weg van de wederzijdse liefde; hij prijst haar schoonheid en zij vraagt hem om bij haar te blijven en samen genieten ze van hun geluk.
Dan kondigt het koor de komst va de reus Polyphemus aan. Die is ook verliefd op Galatea en brengt haar een rustieke serenade. Galatea wijst Polyphemus resoluut af, maar hij verzet zich. Damon waarschuwt Acis opnieuw dat de liefde van voorbijgaande aard kan zijn, maar Acis en Galatea zweren elkaar eeuwige liefde. Nijdig verplettert Polyphemus dan onder een rots. Galatea treurt om Acis’ dood en verandert haar dode minnaar in de god van de rivieren.
Het gegeven is ontleend aan Ovidius’ mythologische figuren.
Het Collegium Marianum deed eind februari 2019 met dirigente Jana Semeràdiva Vredenburg in Utrecht aan voor een opvoering met marionetten, een orkestje van negen musici en vijf vocale solisten. Geslaagde, op YouTube te volgen opvoering, maar verstandiger is het om naar deze dvd te kijken en te luisteren.
Voor deze Londense productie had regisseur Wayne McGregor het idee dat hij de vier zangers als schaduwen laat volgen door dansers om alle gevoelens nader te onderstrepen.
Over andere optredens van Danielle de Niese werd nogal eens negatief geoordeeld, maar hier toont zich een ideale Galatea met alle vereiste schoonheid van haar lichte sopraanstem en haar verschijning. Ze zingt luchtig en zorgeloos in de eerste akte en vol pathos in de tweede met ‘Heart, the seat of soft delights’ als een hoogtepunt. Voor een verrassende climax zorgt ze wanneer zelf gaat dansen nadat ze Acis in een fontein heeft veranderd.
Als Acis ziet Charles Workman er nogal lomp en boers uit, maar hij zingt ook zijn rol nogal bleekjes en hol, hoewel hij over een aangename stem beschikt. Daardoor klinken zijn ‘Love in hr eyes’ en ‘Love sounds th’alarm’ niet helemaal overtuigend.
Paul Agnew is een effectieve Damon en Ji-Min Park een goede Corydon. Matthew Rose is een heel goede, dreigende, maar ook wel geestige Polyphemus. De drie protagonisten samen zijn mooi te horen in ‘The flocks shall leave the mountains’.
Hogwood en zijn orkest tonen een grote vertrouwdheid met Händels materie en zorgt voor een heldere weergave van het orkestaandeel; ook het kleine koor levert een bevredigend aandeel. Bij de dansers die zich niet naar de muziek richten maar met klassieke sprongen en pirouettes een eigen experimentele vorm gebruiken, valt vooral Lauren Cuthbertson als dartele nimf op.
Het draagt alles bij aan een bijzondere, heel effectieve productie.