Mozart: Così fan tutte KV. 588. Corinne Winters (s., Fiordiligi), Angela Brower (ms., Dorabella), Daniel Behle (t., Ferrando), Alessio Arduini (b., Guglielmo), Johannes Martin Kränzle (b., Don Alfonso), Sabina Puértolas (s., Despina) met het Ensemble van Covent Garden o.l.v. Semyon Bychkov. Opus Arte OA 1260D (dvd, 3u., 12’01”). 2016
Wat opvalt wanneer we de discografie van Così fan tutte bekijken, is dat de laatste decennia het aantal dvd opnameadat van de cd opnamen steeds verder is gaan overtreffen.Ga maar na mrt achtereenvolgens in 2006 Iván Fischer (Opus Arte OA 0970 D), Manfred Honeck (Decca 074-3165), Daniel Barenboim (Medici Arts 205-727-8), 2007 de Nederlandse Opera productie met Ino Metzmacher (Opus Arte OA 3020-8D), 2009 Daniel Harding (Euro Arts 207-253-8), Franz Welser-Möst (ArtHaus 101.495) tot in 2013 Sylvain Cambreling (C Major 71450-8). En nu is daaraan de volgende van Semyon Bychkov toegevoegd.
In hoeverre men deze Londense productie van regisseur Philipp Gloger accepteert, hangt af van de mate waarin men manipulatie van het origineel verdraagt. Mozarts komedie begint hier namelijk niet aan het begin, maar aan het eind. Tijdens de ouverture zien we de zangers in traditionele kostuums aan het eind van de voorstelling het applaus in ontvangst nemen.
Daarna zien we de vier gelieven vanuit het publiek opkomen in een productie met decorbouwer Ben Baur en speelt de handeling zich af op een stel lokaties, zoals in een theater foyer, een treinstation, een cocktailbar, de hof van Eden en achter de toneelschermen. De zangers onderwerpen zich gewillig aan de manipulaties van de precies uitgebeelde Don Alfonso door Johannes Martin Kräntzle en de kittige Despina van Sabina Puérolas.
Aan vocaal treffende momenten is geen gebrek, dankzij de grillige Ferrando van Daniel Behle (met de aria ’Un aura amorosa’ als fraai moment) en de spirituele Corinne Winters als Fiordiligi (in ‘Per pietà’). De snotneusachtige energie van Alessio Arduini als Guglielmo en de streetwise uitbundigheid van Angele Bower als Dorabella zijn ook innemend.
De bezetting presteert persoonlijk heel heel behoorlijk, vormt een dramatisch en muzikaal overtuigend team en reageert wonderbaarlijk goed op Glovers complexe theatrale eisen.
De nogal als zwaargewicht bekendstaande Semyon Bychkov zorgt voor een mooi duidelijke orkesttextuur en voor een goed evenwicht tussen toneel en orkestbak. Maar hij kiest soms merkwaardig trage tempi die het niet makkelijk maken voor de zangers.
Dit is een productie die men het beste met de ogen dicht kan ondergaan. Voor echt waardevolle dvd’s van deze opera kan men beter terecht bij Iván Fischer (Opus Arte OA 0970 D), John Eliot Gardiner (Archiv 073.026-9) of desnoods Daniel Harding (Virgin 344.716-9).