Minkus: La bayadère. Svetlana Zakharova (Nikiya), Vladislav Lantratov (Soler), Maria Alexandrova (Gamzatti) e.a. met het Ensemble van het Bolshoi theater, Moskou o.l.v. Pavel Sorokin. Bel Air BAC 101 (2u., 05’29”). 2013
Minkus’ in India handelende ballet La Baydère (De tempeldanseres) heeft niet de vitaliteit en de uitbundigheid van zijn beste ballet Don Quichotte, maar dat kan ook niet bij het melodrama van de tempeldanseres Nikaja en haar geliefde Sokor, met als rivaal de hoge Brahmaan. Bovendien heeft de radja Solor gekozen als verloofde van zijn dochter Gamzatti. Na allerlei verwikkelingen verstopt Nikaja zich onder een struik en wordt gebeten door een gifslang.De Brahmaan biedt haar een tegengif aan maar ze verkiest de dood en Solor wordt in de tempel verpletterd door een omvallend Boeddhabeeld.
Marius Petipa introduceerde het ballet in 1877 in St. Petersburg.
Maar het werk bevat ook heel menselijke kanten waarin wordt voorzien door rajahs, halfnaakte fakirs, dansende tempelmeisjes waarmee sensualiteit, jaloezie en liefde in het spel worden gebracht. Het beste en bekendste gedeelte is de scène van het ‘Koninkrijk der schaduwen’ uit de tweede acte met de geestverschijningen van in sommige producties wel 32 dode meisjes. Soms lijkt het ballet wel iets van Verdi’s Aida en Adams Giselle te hebben.
Svetlana Zakharova drukt alle emoties uit van het extatische verliefde, impulsieve meisje Nikaya tot het bittere einde heel goed uit. De rol van haar minnaar, de strijder Solor is bij Vladislav Lantratov vervuld van kracht en show. In haar rol als dochter van de rajah toont Maria Alexandrova als Gamzatti dat niets haar te ver gaat om Solor voor zich te winnen.
De regie van Yuri Grigorovich, de kostuums en de decors maken een historisch correcte indruk en het orkest onder Pavel Sorokin zorgt voor een meeslepende vertolking van de bijbehorende muziek.