Martin: Celloconcert; Ballade voor cello en piano; 8 Pianopréludes. Christian Poltéra met het Malmö symfonie orkest o.l.v. Tuomas Ollila-Hannikainen c.q. Kathryn Stott (p). BIS CD1637 (65’32”). 2007
Eindelijk een uitgave waarop deze werken van Martin volledig recht wordt gedaan. Weliswaar bestonden van het celloconcert (1966) oudere opnamen van opdrachtgever Fournier (Cascavelle) en Decroos met het Concertgebouworkest onder Haitink (Doron Music) en een betere nieuwe van Viersen (Etcetra) en van de Ballade (1949) van Dixon (Chandos) en opnieuw Viersen en van de Préludes van Adam (ABC), maar dat was enigszins behelpen. De Zwitserse cellist Poltéra is zich precies bewust van de noblesse van deze muziek; hij toont enorm veel engagement. Zowel het lyrische, overpeinzende aspect als de felle energieke kanten brengt hij ideaal tot uiting. De passacaglia van het middendeel is haast het treffendst. De Ballade krijgt hier iets van een geïmproviseerde fantasie.Niet minder geslaagd is de inbreng van Kathryn Stott, zowel als begeleidster, als solo in de lichtelijk 12-toon achtige Préludes (1948). Wie de loopbaan van de Engelse pianiste volgde, kent haar als begeleidster in o.m. werken van Sjögren, Koechlin en Piazzolla en als soliste in die van Chabrier, Fauré, Chopin, Schulhoff, Foulds, Lloyd, Kabalevsky en Lambert. Niet de meest bekende muziek, maar wel voortreffelijk gedaan. Hier werpt ze alle eventuele bescheidenheid van zich af en zorgt voor indringende, bij vlagen felle vertolkingen.Op de geluidskwaliteit valt gelukkig niets af te dingen.