Mendelssohn: Symfonie nr. 3 in a op. 56, Schotse; Vioolconcert in e op. 64 (solist Frank-Michael Erben); Ouverture en bruilofstmars uit A Midsummer night’s dream. Op. 21 Frank-Michael Erben (viool) met het Gewandhausorkest Leipzig o.l.v. Kurt Masur. ArtHaus 100.030 (82’, 4:3, geluid 2.0, regio 0). 1998
In tegenstelling tot de met sterallures omgeven ‘ensceneringen’ waardoor dirigenten als Stokowski en Karajan bij veel van hun videoproducties kozen, is het haast een verademing om een gewone concertregistratie te zien. In dit geval eentje uit 1998, uit het mooie nieuwe Gewandhaus waar Masur onspectaculair, maar duidelijk, sympathiek en stijlvol een drietal werken van Mendelssohn uitvoert. Het orkest bewijst met vrij lichte toets op zijn manier Mendelssohn alle eer, zij het dat bijvoorbeeld de ouverture tot Een Midzomernachtsdroom behalve een magische sfeer ook best iets vrolijker mag zijn en de bruiloftsmars wat vitaler had gekund. De symfonie slaagde mooier met een lichtelijk melancholiek eerste deel en heel energieke slotdelen. Frank-Michael Erben is concertmeester van het orkest en zorgt voor een toegewijde, geenszins spectaculaire invulling van de solopartij in het vioolconcert. Het is best eens een verademing om Mendelssohn hier zo voor zichzelf en zonder opgelegde effecten te zien en horen spreken.