DVD Recensies

MOZART: DIE ENTFUHRUNG AUS DEM SERAIL, BOHM, MEHTA, SOLTI, ZAGROSEK

Mozart: Die Entführung aus dem Serail. Edita Gruberova (Konstanze), Reri Grist (Blonde), Francisco Araiza (Belmonte), Norbert Orth (Pedrillo), Martti Talvela (Osmin) en Thomas Holtzmann (Basha Selim) met het Ensemble van de Beierse Opera, München o.l.v. Karl Böhm. Productie: August Everding. DG 073-020-9 (dvd). 1979

Mozart: Die Entführung aus dem Serail. Eva Mei (Konstanze), Patrizia Ciofi (Blonde), Rainer Trost (Belmonte), Mehrzad Montazer (Pedrillo)i, Kurt Rydl (Osmin), Markus John (Bassa Selim) met koor en orkest van de Maggio musicale Fiorentino o.l.v. Zubin Mehta. TDK DV-OPEADS (136’, 16:9, geluid 2.0, 5.1 en DTS 5.1, regio 0). 2002

Mozart: Die Entführung aus dem Serail. Inga Nielsen (Konstanze) Lilian Watson (Blonde), Deon van der Walt (Belmonte), Lars Magnusson (Pedrillo), Kurt Moll (Osmin) en Oliver Tobias (Basha Selim) met het Ensemble van Covent Garden Opera, Londen o.l.v. Georg Solti. Productie: Elijah Moshinsky. NVC Arts 0630-18773-3 (vhs). 1988

Mozart: Die Entführung aus dem Serail. Catherine Naglestad (Konstanze), Kate Ladner (Blonde), Matthias Klink (Belmonte), Heinz Göhrig (Pedrillo), Roland Bracht (Osmin), Johannes Terne (Pasha Selim) met het Ensemble van de Opera Stuttgart o.l.v. Lothar Zagrosek. Productie: Hans Neuenfels. ArtHaus 100.178 (150’, 16:9, geluid 2.0, regio 0). 1998

 

De vroegste opera van Mozart die tot het ijzeren repertoire is blijven behoren, is Die Entführung aus dem Serail. In 1781, kort nadat de componist naar Wenen was getogen, kreeg hij de opdracht om een Singspiel te schrijven (een Duitse komische opera met gesproken in plaats van gezongen recitatieven) over een toen in zwang zijn Turks thema. Dat curieuze fenomeen, bekend als de ‘Janitsaren muziek’, vergde weinig meer dan pregnant martiale ritmen en quasi-oosterse slagwerk instrumenten, inclusief met belletjes beklede stok, die in West Europa onder andere bekend werd als ‘Jingling Johnny’. Het geheimzinnige (Nabije) Oosten zorgde voor een stevig gekruide achtergrond voor librettist Gottlieb Stephanie’s reddingsscenario, waarin Belmonte zijn lang verloren lief Konstanze en haar kamenierster Blondchen uit handen van de pasja, diens bewaker Osmin en de harem redt.

De stijl van het werk is charmant, maar niet erg consistent ‘Oosters’ en de ritmiek ervan is ook niet even gelijkmatig als in Mozarts latere meesterwerken, hoewel iedereen uit de bezetting (op de pasja na, die louter een spreekrol heeft) typisch mooie Mozartiaanse melodieën te zingen krijgt. Konstanze’s ongeveer acht minuten durende bravouraria “Martern aller Arten” met zijn verbluffende begeleiding is vermoedelijk Mozarts beste vocale showaria afgezien van wat de Koningin der Nacht in Die Zauberflöte te verwerken krijgt.

Tot nu toe verscheen maar drie opnamen van het werk in dvd-v vorm. Gelukkig is daar meteen één heel goede recente in de beste traditie bij, zonder abjecte nieuwlichterij. De Londense opname van Solti – toch al geen winnaar in de dop – blijft buiten beschouwing omdat hij alleen op tape voorhanden is.

In muzikaal opzicht ontbreekt weinig aan de door ArtHaus vastgelegde opvoering uit Stuttgart: Zagrosek dirigeert levendig en to the point met de nadruk op de warme lyriek uit de partituur en hij beschikt over merendeels voortreffelijke, onbekende zangers. Naglestad is een perfecte Konstanze, met heldere, open stem, fraaie coloraturen en met veel passie acterend; Klinks Belmonte is even goed, vloeiend, zonder duidelijke stress, ook niet in ‘Ich baue ganz’. Ladners Blondchen is een goed prototype: een lichte soubrette; Göhrig is een redelijke Pedrillo, Bracht een volmaakt bruuske Osmin en hij zingt hier zuiverder dan doorgaans. Alles keurig in orde dus tot hier aan toe.

Maar dan: producer Hans Neuenfels maakte een haast schizofrene voorstelling van het simpele gegeven met de bedoeling “een dramatisch geloofwaardig geheel te maken van een naïef verhaal”. Hij doet dat door alle rollen behalve die van Pasja Selim (hier een praalhans als met messen zwaaiende verkrachter die Mörike citeert) te verdubbelen met acteurs die de handeling doorkruisen en zelfs handtastelijk worden met de zangers. Existentieel drama ten top en hoogst verwarrend, temeer daar schokkende effecten niet ontbreken. Bijvoorbeeld de getatoeëerde Osmin die ‘Wer ein Liebchen hat gefunden’ croont naast bloederige vrouwelijke lichaamsdelen en de Janitsaren die met gespietste baby's zwaaien plus de symboliek van het Lumpenproletariat waarin een halfnaakt kind Konstanze confronteert met slang en appel. Intrigerend voor wie geloof hecht aan existentiële raadsels, maar verder: eens maar nooit weer!

Heel degelijk en betrouwbaar is uiteraard de Münchense opname van Böhm, een oude rot op dit gebied. Zijn behandeling van de pittige ritmen en de percussieve orkestklank is wat tammer geworden, maar het orkest levert wel dramatisch fraai werk. Goede solisten over de hele linie, alles heel homogeen en gedegen, maar weinig verrassend, hoewel best nog bevredigend.

Het prachtige Teatro della Pergola in Florence leende zich ideaal voor deze opvoering in de geestige, vrij nuchtere regie van Eike Gramm met kleurige decors van Christoph Wagenknecht die de zee als achtergrond heeft en goed gebruik maakt van schuivende panelen met Turkse patronen. In muzikaal opzicht valt veel te genieten. Om te beginnen dirigeert Mehta gloedvol en met de nodige theatrale verve; hij beschikte ook over een goede bezetting. Eva Mei is een gepassioneerde, maar vreemd genoerg nogal Turks uitziende Konstanze. Rainer Trost is een technisch vaardige, maar hier en daar wat geknepen klinkende Belmonte, die elegant opereert in het lastige ‘Ich baue ganz’, maar het echte vuurwerk en heldendom overlaat aan Mehrzad Montazeri, de vlotte Pedrillo. Patrizia Ciofi’s Blondchen is een ware driftkop met een penetrante, wat glazige stem die helaas rond de hoge E wat versplintert, maar haar komische vonken vermurwen de met veel gusto zingende Kurt Rydl als dreigende Osmin; iets meer buffo karakter had zijn vertolking nog mooier gemaakt. maar hij spaart ons pseudo Ayatollah implicaties. Leuk ook dat krokodillenjong als medebewaker. John is een bedachtzame, maar niet bijster charismatische pasja. Verder een verrassend en voortreffelijk geslaagd resultaat.