MOZART: Le nozze di Figaro. Erwin Schrott, Miah Persson, Jonathan Veira, Graziela Araya, Rinat Shaham, Gerald Finley, Philip Langridge, Dorothea Röschmann e.a, met het Ensemble van Covent Garden o.l.v. Antonio Pappano. Opus Arte OA 0990 (2 dvd’s, 202’). 2006
Het aantal dvd opnamen van Mozarts Figaro heeft langzamerhand grote proporties aangenomen. Niets op tegen bij zo’n populair prachtwerk, vooral omdat het hier haast nog meer om heel verschillende regieconcepten gaat dan om de meer zuivere auditieve kant die bij de meeste opnamen wel in orde is.
Sommige van die concepten zijn verrassend, niet zelden door de mate van vervreemding die ze laten zien. Maar hoe frappant die ook zijn bij een eerste kennismaking, in hoeverre ze goed tegen herhaling bestand zijn, is een andere vraag. Dat geldt bijvoorbeeld voor de DG uitgave van het Salzburg festival 2007 met Claus Guth met zijn door de handeling fladderende Uli Kirsch aan het roer bij Harnoncourt en decors/kostuums van Christian Schmidt. Ruim een jaar later weet ik dat ik toch niet vaak naar die eigenlijk wel bijzondere opname zal terugkeren maar me liever aan de gangbare traditie houd.
In 2006 ging in het Londense Covent Garden deze productie van David McVicar met decors en kostuums van Tanya McCallin waarbij optimaal werd gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het draaitoneel dat deels geraffineerd halfopen in beide segmenten te zien is met dan rechts het slotinterieur en links de bescheiden zolderkamer van het toekomstig bruidspaar met daaraan als belangrijkste decorstuk een tweepersoons bed. Meteen al de ouverture wordt met open toneel gespeeld terwijl de huishoudelijke staf van de graag poetst en wordt geïnspecteerd.Wat daarna volgt in passend laat achttiende eeuwse kledij is puur genoegen. In deze opvoering heb ik me onmiddellijk thuisgevoeld als in een lekker warm bad. Veel is te danken aan de combinatie van uitstekende vocale prestaties en levendig acteertalent. Zelden zo’n vlot stel als Susanna en Figaro gezien. Dit tweetal draagt de hele voorstelling.
Pappano zorgt meteen al in de ouverture voor vlotte tempi die ook later in de snelle vocale gedeelten de zangers gelukkig nergens in de problemen brengen. De betrekkelijk onbekende Schrott blijkt een ware trouvaille als geslepen, liefhebbende Figaro. De Zweedse Miah Person, tot op zekere hoogte bij insiders bekend uit opnamen van Bachcantates, Fauré’s Requiem, Händels Rinaldo en de DG opname Tutto Mozart met Bryn Terfel, krijgt hier alle gelegenheid zich in een eigen grote rol te profileren. En hoe!
Gerald Finley die we al als voortreffelijke graaf kenden uit beide eerdere opnamen onder Haitink en Gardiner (Warner, NVC en DG) is haast nog verder gegroeid in zijn rol. Sopraan Rinat Shaham met haar relatief donkere stem (ooit een onopvallende maar lieftallige Libelle in Ravels L’enfant et les sortilèges onder Previn op DG) geeft de verliefde puber Cherubino het juiste karakter en ageert levendig zowel als smoorverliefd.
Verdere verrassing is Dorothea Röschmann, ooit een goede Susanna, die nu zorgt voor een rijpe, gevoelvolle en gepassioneerde gravin. Indruk maakt ook Veira met zijn dreigend uitpuilende ogen als Bartolo. Eigenlijk kent de bezetting geen zwakke schakel.
Is er dan niets om serieus aanmerking op te maken? Jawel: de manier waarop het personeel al halverwege de aria van de graaf opkomt, lijkt wat ongelukkig gekozen. En de derde akte wordt wat abrupt afgebroken. Verwaarloosbare, niet echt storende ingrepen.
Tot de aanvullend opgenomen ‘extra’s behoren brokjes nadere toelichting van dirigent en zangers. Voor een ‘live’ theateropname is de geluidskwaliteit bovengemiddeld goed. Een voorlopig eerste keuze dus? Vergelijk zekerheidshalve deze opname met die van Haitink (Warner) en de semigeacteerde van Gardiner (DG).