DVD Recensies

PUCCINI: MANON LESCAUT, PAPPANO

Puccini: Manon Lescaut. Kristine Opolais (s., Manon), Jonas Kaufmann (t., Des Grieux), Christopher Maltman (b., Lescaut), Maurizio Muraro (bs., Géronte), Benjamin Hulett (t., Edmondo) e.a. met het Ensemble van Covent Garden o.l.v. Antonio Pappano. Sony 888751-0519-9 (dvd, 2u. 03’18”). 2014

 

Het was driemaal scheepsrecht voor Puccini. Le villi en Edgar trokken weinig publiek, maar Manon Lescaut bleek een waardige opvolger van Verdi te zijn. Puccini’s succes was echter zwaar bevochten.

Reeds vier schrijvers hadden reeds geprobeerd Abbé Prévosts roman in een libretto om te zetten en Puccini’s uitgever liet het project na het grote succes van Massenets versie van hetzelfde verhaal in 1884 een tijdje links liggen.

Ook Puccini zelf leek de nodige twijfels te hebben en schrapte aanvankelijk zelfs Manons fameuze aria ‘Sola, perduta, abbandonata’ uit de laatste akte.

De handeling van Puccini’s Manon Lescaut is min of meer identiek met die van Massenets opera, maar Puccini’s behandeling van het verhaal uit de achttiende eeuwse novelle is een stuk intenser.

Puccini’s uiteindelijke doel was om te komen tot een plooibare doorgecomponeerde structuur waarin alle elementen ondergeschikt werden gemaakt aan dramatische melodiek terwijl de meeste andere componisten meer in waren voor een opeenvolging van melodramatische schokken.

Puccini trachtte met succes een opera vol melodische hoogtepunten te maken. Het Verwerpen van Verdi’s structuuropvatting met geïnterpoleerde aria’s, recitatieven en koren maakte plaats voor wat Richard Strauss later ging toepassen.

Puccini houdt de spanning er steeds in en gunt het gemoed van de luisteraar nauwelijks rust voordat de volgende emotionele crisis losbarst. Het effect heeft iets van een banket dat louter uit lekkere toetjes bestaat.

Wat niet wegneemt dat Manon Lescaut vol heel mooie aria’s zit en dat de duetten van Manon en Des Grieux bijzonder effectief zijn.

Dat komt ook in deze dvd opname tot uiting. Antonio Pappano, met zijn gevoel voor levendige theatraliteit, behoort tot de beste Puccini dirigenten van het moment en de energie die hij opwekt in de finale van de tweede akte is enorm, terwijl het volgende orkestrale intermezzo, waarin de wereld van Wagners Tristan in de oren van Puccini wordt weerspiegeld wordt gefixeerd als de kern van de opera.

De bezetting reageert mooi op deze impuls  na een lichtelijk somber begin. Kristine Opolais toont de overgang van een good-time meisje naar een tragisch slachtoffer heel goed en gebruikt daarbij met veel effect zilveren pianissimi.

Misschien is Jonas Kaufmann van nature uit niet de best denkbare, want kwetsbare en ontroerende Des Grieux – daarvoor is hij wat teveel zelfingenomen en toont hij wat teveel zelfvertrouwen – maar zijn stem wint geleidelijk aan gewicht en rijkdom en zo maakt hij toch wat bijzonders van zijn rol. 

Als Lescaut in Christopher Maltman de juiste mengeling van sluwheid en charme, terwijl Maurizio Muraro goed de verraderlijk roofzuchtige Geronte uitbeeldt.

De kritiek geldt – als helaas zo vaak – de regie van Jonathan Kent. Met de decors van Paul Brown is de handeling verplaatst naar het heden met een wereldje van afvalbakken en wielvoertuigen. De kroeg in Amiens is een door uitsmijters bewaakt gokhol geworden, de woning in Parijs van Geronte is verworden tot een de kitsch van een hoerenbuurt in Amsterdam of Hamburg als Manon als soft-porno ster erotisch, maar koud in de weer is met een stel oude mannen terwijl een filmploeg het vastlegt. De optocht van gedeporteerden in Le Havre wordt een reality tv show met de bootkapitein in smoking terwijl de laatste akte zich afspeelt op een vergane brug voor een auto snelweg. Het is er alles met de haren bijgesleept en het is beter om daar letterlijk de ogen voor te sluiten, terwijl de oren wijd open blijven om de fatale tocht van Opolais en Kaufmann op de voet te volgen.

Van de overige dvd’s  zijn die van de Vlaamse Opera (ArtHaus 100.224), van Muti (TDK DVWW-OPMLES), Levine (DG 073-4241 en EMI 217.420-9), Gardiner (Warner 50-41442-0489-2) en Beermann (ArtHaus 101.319) helaas onbekend

Verder blijven in cd vorm vooral de beide opnamen met Mirella Freni favoriet. De ene uit 1984 met Plácido Domingo, de andere met Luciano Pavarotti en James Levine (Decca 440.200-2) onder Giuseppe Sinopoli (DG 413.893-2) uit 1996 favoriet.