Puccini: La rondine. Solisten, koor en orkest theater La Fenice, Venetië o.l.v. Carlo Rizzi. ArtHaus 101 329 (106’). 2007
Opera’s in moderne, zogenaamd eigentijdse of actuele ensceneringen worden door de meeste critici, kenners en liefhebbers doorgaans hartgrondig verketterd. Praktijkvoorbeelden liggen voor het oprapen; denk maar aan de recente Mozartcyclus van de Nederlandse Opera. Uitzonderingen zijn echter goed mogelijk, maar dan kom je al gauw bij operettes terecht, komische opera’s of zelfs bij musicals, al heeft dit laatste pretentieloze genre haar grootste succes doorgaans te danken aan uiterlijk vertoon: glans en glitterkitsch van verblindende spectaculaire massascènes, en luidruchtig versterkte voorspelbare muziek.e showbusiness stelt aan alle soorten muziektheater hoge eisen tegenwoordig en dat was natuurlijk ook al in het Wenen van 1912 schering en inslag: operette moest het hebben van fantastische decors en uniformen, en frivoliteiten die soms bedenkelijk pikante ideeën en tafereeltjes deden opbloeien.
Puccini, gevierd Italiaanse operacomponist van “veristische”, natuurgetrouwe opera’s, was zelf een fervent rokkenjager, die daarbij zelfs ooit een dramatisch afgelopen affaire had veroorzaakt met alle gevolgen van dien. Hoe dan ook, toen een Weense theaterdirecteur dit genie benaderde met het verzoek om een operette, vroeg Puccini bedenktijd omdat hij een hekel had aan muziektheater met ellenlange gesproken dialogen die volgens hem slechts oponthoud en afleiding veroorzaakten.
Hij stemde toe met een komische, doorgecomponeerde opera, ongeveer zoiets alsStrauss’ Der Rosenkavalier met lichte,melodische muziek en fijne instrumentale en vocale hoogtepunten. Het werd La Rondine, De Zwaluw, op een libretto van Guiseppe Adami, naar een theaterstuk van de Duitse auteurs A. M. Willner en H. Reichert. Deze lyrische komedie was aanvankelijk weinig succesvol na de matig ontvangen première op 27 maart 1917 in Monte Carlo, met als een der solisten de grote tenor Tito Schipa. In dat jaar zong Benjamino Gigli te Bologna de Italiaanse première.
In de meeste Europese landen heeft La Rondine evenmin lang repertoire gehouden, maar in Amerika en Argentinië des te meer. Talloze wereldsterren hebben in deze opera furore gemaakt en ook de onlangs door Arthaus uitgebrachte dvd is vocaal en instrumentaal van grote klasse, zodat deze min of meer lichtvoetige versie van Verdi’s La Traviata wel degelijk ongekende muzikale vondsten openbaart die je als het ware dwingen, het werk vaker te beluisteren.
Wat betreft die link naar La Traviata: het gaat ook hier om een courtisane die verliefd wordt en er met die geliefde vandoor gaat naar elders (Frankrijk). Een drama dus ontdaan van zwaarmoedigheid, op muziek die licht is en lyrisch.
Onder leiding van de beroemde Italiaanse maestro Carlo Rizzi maken de veelal jeugdige solisten, koor en orkest van het La Fenice Theater Venetië een waarachtig muzikaal feest tussen kunst en kitsch van deze La Rondine: want wat enscèneurs, belichters, decormakers en regisseur Graham Vick hier allemaal aan show laten opdraven, zou Joop van den Ende bepaaldelijk niet misstaan
Héél eigentijds,allemaal, zou je zeggen…Geluids- en beeldkwaliteit van deze spetterende productie zijn uitstekend. Al met al blijft La Rondine toch wel een wat vreemde, bonte eend in Puccini’s bijt….
Ferd op de Coul