DVD Recensies

PROKOFIEV: ROMEO EN JULIA, GARFORD, GRUZIN, PÄHN E.A. E.A.

Prokofiev: Romeo en Julia op. 64. Bolshoi ballet o.l.v. Gennady Rozhdestvensky. VAI 4260 (dvd). 1954

 

Prokofiev: Romeo en Julia op. 64. Bolshoi ballet o.l.v. Algis Zhuraitis. VAI 4445 (dvd). 1974

 

Prokofiev: Romeo en Julia op. 64. Covent Garden ballet o.l.v. Ashley Lawrence. Warner 0630-19393-2 (dvd). 1984

 

Prokofiev: Romeo en Julia op. 64. Bolshoi ballet o.l.v. Algis Zhuraitis. ArtHaus 100.711 (dvd). 1989

 

Prokofiev: Romeo en Julia op. 64. Ballet van de Opéra Parijs en Parijs’ Opera orkest o.l.v. Vello Pähn. Warner 0630-15154-2 (dvd). 1995

 

Prokofiev: Romeo en Julia op. 64. Ballet van La Scala, Milaan o.l.v. David Garforth. Euro Arts 10.5007-9; Medici Arts 2050578 (dvd). 2000

 

Prokofiev: Romeo en Julia op. 64. Ballet van de Opéra Lyon o.l.v. Kent Nagano. ArtHaus 100.246 (dvd). 2000

 

Prokofiev: Romeo en Julia op. 64. Royal Ballet Covent Garden ballet o.l.v. Boris Gruzin. Decca 074-3337 (dvd). 2007

 

De balletmuziek voor Romeo en Julia behoort tot Prokofievs beste werken. Het emotionele bereik en de schaalgrootte van dit werk is ongeëvenaard en geen andere componist heeft dit toneelstuk zo volmaakt geïnterpreteerd als Prokofiev. Eigenlijk alleen Verdi’s Falstaff en Otello zijn vergelijkbaar groots als vertalingen van Shakespeares toneelstukken in muziek.

Prokofiev had lang problemen met het eind van het stuk want hij beweerde niet onterecht: ‘stervende personen kunnen niet dansen’. Net zoals Rossini met zijn Otello deed, herschreef Prokofiev dus dat slot zodat Romeo nog net op tijd arriveert om de dood van Julia te verhinderen. Zo zorgde hij voor een happy end.

Maar zijn choreografen die de component haast tot op de letter nauwkeurig volgden, brachten hem op andere gedachten, zodat Julia alleen wat langer krijgt om te sterven dan bij Shakespeare zelf.

Van de acht opnamen zijn de oudste Russische hooguit nog van semi-historisch belang, al was de choreografie van Lavrovsky zeker interessant. Nog interessanter was die van Noerejev bij de opname van Pähn. Maar degene die feitelijk al jaren de eerst aangewezene is, lijkt Kenneth MacMillan met zijn klassieke visueel en dramatisch pakkende visie, die we drie keer tegenkomen: bij Garforth, Lawrence en Gruzin.

Tijdenlang was de Milanese voorstelling favoriet, juist ook vanwege de diepte van het volop benutte toneel en de weelderige klassieke kostuums. Alessandra Ferri maakt als Julia een enigszins verwaarloosde, maar daardoor juist heel sympathieke indruk en Angel Corelli is een jongensachtige Romeo. Iedereen danst gracieus en de opvoering is vervuld van blijheid en passie, maar ook van dreigend onheil met de scènes van de dood van Mercutio en de liefdestaferelen als hoogtepunten. Het grote corps de ballet zorgt voor fraaie massataferelen en Garforth weet het orkest tot felheid aan te zetten.

In de meest recente opname ontmoeten we MacMillan weer, nu thuis in Covent Garden. Hij had de beschikking over het huidige droompaar Tamara Rojo en Carlos Acosta dat perfect op elkaar is ingespeeld. De aankleding is oogstrelend en de onbekende Gruzin diept de partituur met veel gevoel tot op de bodem uit. Goede kleinere rollen, rake beeldregie die niets wezenlijks aan de aandacht laat ontsnappen.

Rudolf Nurejev, zelf ooit een spraakmakende Romeo, zorgde in 1965 voor het Royal Ballet waar hij die rol met Margot Fonteyn danste voor een fraaie choreografie, die hij later in 1977 herzag en in 1984 nogmaals voor het Parijse ballet. Daar treffen we Manuel Legris en Monique Loudières in de titelrollen: elegant, gedistingeerd met ook heel goed vervulde andere rollen en een gedegen begeleiding.

Maar de keus gaat in wezen tussen Garford/MacMillan en Gruzin/MacMillan. In geen van beiden zal men teleurgesteld zijn, maar probeer liefst eerst zelf even een stukje te bekijken.