Rossini: Il Turco in Italia. Cecilia Bartoli (Fiorilla), Ruggero Raimondi (Selim), Oliver Widmer (Don Geronio), Paolo Rumetz ((Don Narciso), Reinaldo Macias (Albazar) e.a. met het Ensemble van de Opera Zürich o.l.v. Franz Welser-Möst. ArtHaus 100.369 (140’, 16:9, geluid 2.0, 5.1 en DTS 5.1, regio 0). 2002

In 1997 maakte Decca in de Milanese Scala de (met overigens alle waardering voor Marriner en de zijnen op Philips 434.128-2) pakkendste opname van deze opera. Verschenen op twee cd’s onder nummer 458.924-2. Riccardo Chailly dirigeerde en de onbetwiste ster was Cecilia Bartoli als scherp van de tongriem gesneden, ijzer en vuur vretende Fiorilla. De tessitura is voor een hoge sopraan, maar als mezzo nam ze alle horden met gemak en zorgde voor veel wendbaarheid en sprankeling.

Zo’n vijf jaar later herhaalde ze geestig uitgedost die prestatie op vrijwel gelijk hoog niveau tijdens deze in Zürich gemaakte opname. Chailly liet het orkest met wat meer effect en een grotere licht en schaduwwerking musiceren dan Welser-Möst bij wie het net aan dat laatste stukje italianatà ontbreekt en de bezoekende Turkse prins Selim van Michele Pertusi klinkt op Decca wat frisser dan die van de merkbaar ouder geworden Ruggero Raimondi, die echter wel passend sardonisch klinkt hier. De buffo rol van Geronio is hier goed bezet door Paolo Rumetz, die niet voor Alessandro Corbelli op Decca onderdoet. Reinaldo Macias is de heel goede tenor in de ondergeschikte rol van Don Narciso en de rest van de bezetting presteert ook naar behoren. Wat spijtig was dat die Decca opname nogal muf klonk en dat is hier een stuk beter zodat alles bijeen van een best geslaagde productie sprake is; de eerste van het werk op dvd-v. Bartoli bewonderaars zullen geen moment aarzelen en volkomen aan hun trekken komen.