Schönberg: Pierrot lunaire op. 21. Barbara Sukova (spreekzang), Mitsuko Uchida (p), Marina Piccinini (fl), Anthony McGill (kl), Mark Steinberg (v) en Clemens Hagen (vc). Bel Air 10130 (1u. 32’27”). 2011
Velen zullen zich nog het optreden van Barbara Sukova met het Schönberg ensemble onder Reinbert de Leeuw uit 1988 herinneren. Het valt te beluisteren op Schwann 310117 en Et’cetera KTC 9000.
De tijdens het Salzburg Festival 2011 gemaakte dvd draagt de titel Solar plexus of modernism (dixit Stravinsky) en begint met de op slot Elmau gemaakte gelijknamige documentairefilm van Matthias Leutzendorff en Christian Meyer over de tijdgeest, het ontstaan van het werk waarvan hier de honderdste verjaardag wordt gevierd, de proeve, de instrumenten, de figuur Pierrot, de instrumentatie, het samenspel, Schönberg en tonaliteit. Interessante gegevens worden aangedragen door Nurio Schönberg Nono en Lawrence Schönberg.
De voordrachtskunstenares Albertine Zehme gaf Schönberg in 1912 opdracht voor een toonzetting van een Duitse vertaling van Albert Girauds poëziecyclus Pierrot Lunaire die ze wilde declameren met muziekbegeleiding. Het resultaat was een van zijn meest karakteristieke (en notoire) werken. Voor zijn opus 21 koos de componist driemaal zeven rondelen van Giraud voor acht instrumenten en solo Sprechstimme.
Ondanks de hoge technische vereisten en het merkwaardig dubbelzinnige karakter is en blijft Pierrot een van Schönbergs bekendste en meest uitgevoerde werken. Het is een monodrama als epiloog voor de zeer expressionistische werken van hem.
Pierrot de maanzieke, melancholieke, wit geschminkte clown uit Bergamo transformeert tot een morbide parodie op de kunstenaar die in de greep is van een expressionistisch visioen. Het eerste gedeelte bestaat uit een reeks portretten en nocturnes. Deel twee bestaat uit beelden van schuld en boete, maar deze ebben weg in deel drie, ondanks een paar episodes van surrealistisch sadisme.
Tekst en muziek bevatten nostalgische elementen met tot slot een terugkeer naar Bergamo. De componist zelf omschreef het werk als ‘licht, ironisch, satirisch’ en zijn keuze van instrumenten (met voor elk nummer een eigen combinatie) heeft een grote gelijkenis met een surrealistisch cabaret nummer.
Schönberg heeft precies de noten van het Sprechgesang uitgeschreven. Het ritme daarvan dient de vertolkster precies te volgen, maar wat de toonhoogte betreft is het niet echt de bedoeling dat ze zingt. Die toonhoogte is meer een aanwijzing voor de declamatie die liefst nogal geëxalteerd moet zijn.
Bij de begeleiding valt de grootste last op de pianist. Mitsuko Uchida, die al zo’n prachtige opname van Schönbergs maakte, zegt daarover: “De piano moet zingen, de stem moet spreken. Ik moet daarom de piano ook niet als piano behandelen, maar ik moet klinken als een fluit, de viool enzovoorts”.
In de loop der jaren, geschraagd door veel ervaring heeft Barbara Sukowa zich de rol van Pierrot geheel eigen gemaakt, haar interpretatie verfijnd, ontdaan van opsmuk (lachjes, falsetto) en haar samenwerking met Mitsuko Uchida en de andere instrumentalisten resulteert in een soort definitieve uitvoering. Haar interpretatie van de Sprechstimme benadrukt de geest en de ironie van Schönbergs visioen en alle afzonderlijke ensembleleden spelen uitstekend. Over dit project valt het oordeel derhalve uiterst positief uit.