Strauss, R.: Arabella op. 79. Renée Fleming (s., Arabella), Thomas Hampson (b., Mandryka), Albert Dohmen (bs, Waldner), Gabriela Beñačova (ms., Adelaide), Hanna-Elisabeth Müller (s., Zdenka), Daniel Behle (t., Matteo), Derek Welton (b., Dominik), Benjamin Bruns (t., Elemer), Steven Humes (bs., Lamoral), Daniela Fally (s., Fiakermilli) en Jane Henschel (a., Kartenaufschlägerin) met het Ensemble van de Saksische Staatsopera en de Dresdense Staatskapel o.l.v. Christian Thielemann. C Major 717208 (2 dvd’s, 2u. 58’27”). 2014
Na in 1927 met Strauss te hebben samengewerkt in Die Ägyptische Helena, stelde Hugo von Hofmannsthal een nieuw scenario samen uit elementen van verschillende vroegere opera’s. Het resultaat was een opzettelijk onwaarschijnlijk liefdesverhaal in het Wenen van rond 1865. De bedoeling was een lichtvoetig stuk met operettekarakter, maar eindigden met een serieus liefdesverhaal
De dappere Arabella wordt het hof gemaakt door drie graven, maar houdt hen op afstand in de hoop der Richtige (de Ware Jacob) te vinden, zelfs al hangt het lot van haar familie af van haar huwelijk met een in financieel opzicht goede partij.
De rondborstige landeigenaar Mandryka, neef van een vriend van Arabella’s vader graag Waldner en ongelooflijk rijk, verschijnt uit het niets en het is liefde op het eerste gezicht met hem. Nadat een misverstand omtrent een van Arabella’s vroegere aanbidders is opgelost, staat niets een happy end in de weg. Ook Arabella’s jongere zuster Zdenka die als jongen is opgevoed in de hoop dat hij een rijke vrouw aan de haak slaat, trouwt met de man 9Matteo) van wie ze heimelijk houdt en met wie ze eerder stiekum een nacht doorbracht. Eind goed, al goed, maar niet nadat Mandryka Matteo met een duel had gedreigd.
Hofmannsthal stierf een paar dagen nadat hij de eerste versie van het libretto voltooide en Strauss onthield zich van wijzigingen uit respect voor diens nagedachtenis.
Arabella vertoont overeenkomsten met Der Rosenkavalier, zoals de locatie Wenen en het prominente gebruik van walsen. Dit maakte dat het werd wat moeizamer werd geaccepteerd. De componist was zich van dit risico bewust en probeerde het te verkleinen. Bijvoorbeeld door volksmuziek uit de Balkan te introduceren om Mandryka en zijn hofmakerij te illustreren. In deze opera zijn het komische en het romantische mooi gecombineerd.
Deze opname werd tijdens het Paasfestival 2014 in Salzburg ter ere van de honderdvijftigste verjaardag van Richard Strauss. Saillant detail is dat toen dit gezelschap een paar maanden later deze opera in Dresden hervatte, Renée Fleming was vervangen door Anja Harteros.
In 2007 zong Fleming een Arabella in Zürich naast Morten Frank Larsen als nogal teleurstellende Mandryka, Julia Kleiter (Zdenka), Alfred Muff (Waldner), Sen Guo (Fiakermilli) Johann Weigel (Matteo) en Cornelia Kallisch (Adelaide) onder Franz Welser-Möst (Decca dvd 074-3263). Natuurlijk past Flemings fluwelig romige stem ideaal bij de rol van Arabella, maar het valt niet te ontkennen dat haar stem intussen het nodige aan crème en glans is kwijtgeraakt en ook de manco’s in haar Duits vallen meer op.
Op papier lijkt Thomas Hampson een ideale Mandryka, maar ook hij valt wat tegen met een te gladde, niet voldoende viriele presentatie. De rest van de bezetting bevalt een stuk beter met een leuk jongensachtige Zdenka van Hanna-Elisabeth Müller, een vurige Matteo van Daniel Behle en een treffend drietal graven van Benjamin Bruns, Derek Welton en Steven Humes.
Als Fiakermilli klinkt Daniela Fally helaas nogal schril.
Daar staat tegenover dat Thielemann het werk echt compleet uitvoert en dat bijzonder goed doet. De regie van Florentine Klepper roept wat vragen op. Niet alleen verplaatste zij de handeling van de jaren 1860 naar de vooravond van W.O. 1 maar ze introduceert ook gemaskerde mannen in avondkleding in de tweede en derde akte. Met welke bedoeling? Ook niet helemaal geloofwaardig is dat Arabella’s vergiffenis aan het eind van de opera wordt voorgesteld als een pas op het laatste moment komende inval.
Samenvattend: dit is een uitgave die met voorzichtigheid moet worden genoten. Probeer liever Franz Welser-Möst (Electric Picture EPC 03) en Solti (Decca 074-3255).