Shostakovitch: De gouden eeuw op. 22. Bolshoi theaterorkest o.l.v. Pavel Klinichev. Bel Air BAC 143 (dvd, 1u., 43’). 2016
In de balletmuziek die Shostakovitch in 1930, in een tijd van fel Sovjet revisionisme, schreef, toont hij zich gewild of ongewild naast voetballiefhebber ook als trouw volger van de partijlijn en het Sovjet Economische Vijfjarenplan. Want waar gaat het om? Een Sovjet voetbalteam bezoekt een stad in het Westen tijdens een industrie tentoonstelling. De pogingen om een wedstrijd te kunnen spelen worden steeds ondermijnd door vijandige bureaucratie, decadente artiesten en corrupte ambtenaren. Dat leidt tot hardhandig politieoptreden en opsluiting door de boosaardige bourgoisie.
Pas als de plaatselijke arbeiders het kapitalistische bestuur omverwerpen en de spelers bevrijden kan de wedstrijd tussen het Sovjet team en de bourgeois fascisten plaatsvinden en eindigt het ballet met een solidariteitsdans van de Russische voetballers en de Westerse arbeiders. Helemaal gelukkig waren de autoriteiten niet met de inzet voor de goede zaak van de componist, want in zijn muziek maakte hij ook gebruik van de foxtrot en de tango.
Het libretto is van Yuri Grigoovich en Isaak Glikman en zij waren het die in 1982 een heel andere draai aan het scenario gaven. De handeling is verlegd naar de jaren 1920 in de USSR en speelt zich af in restaurant in St.Petersburg met de naam De gouden eeuw, een toevluchtsoord voor criminelen. De held is Boris, een visser die ook tot een satirische agitprop toneelgroep voor de werkende jeugd behoort. Hij is verliefd op de danseres Rita die met de schurkachtige Yashka zorgt voor de vloershow. Er volgen wat schermutselingen waarna Yashka en zijn troep tenslotte de aftocht blazen. Rita is nu vrij, laat het restaurantleven achter zich en begint aan een nieuw leven met haar geliefde Boris.
Zo is de teneur van het werd veranderd van van een politieke en culturele satire in een vrij alledaags liefdesverhaal in Sovjetstijl. Maar daarmee is de geschiedenis nog niet af, want jaren later schiep Konstantin Uchitel een nieuw libretto voor een productie van Noah Gelber in het Mariininsky theater waarin de handeling dichter naar het heden is verplaatst en een ouder echtpaar aan hun jeugd terugdenkt.
Voor deze voorstelling is de handeling wat gerearrangeerd en aardig gekort (1u. 43’ tegen 2u. 13’ in de cd opname van Rozhdestvensky). Maar gelukkig is de Tahiti trot (Shostakovitch’ bewerking van Vincent Youman’s tea for two) aan het begin van de tweede acte gespaard.
Zoals gehoopt voldoet de dans geheel aan de hoge verwachtingen die men van het Bolshoi heeft. Nina Kaptsova (Rita) en de idealistische Ruslan Skvotsov (Boris) zijn superieur in hun rollen en geven ook uitdrukking aan hun sensuele liefde in hun beide pas de deux.
Uitstekend is ook Mikhail Lobukhin (Yashka) in zijn restaurant dans met Rita en met zijn medeplichtige Ekaterina Krysanova (Lyuska). De vele gevoelens worden vrij expliciet geuit en de massascènes zijn heel dynamisch en voorzien van een puike choreografie. De decors van Simon Visualize passen ook goed. Minstens zo belangrijk is dat het ballet zo optimaal is gefilmd met heldere totaalbeelden, interessante close-ups en alles in heldere, contrastrijke scherpe kleuren en een orkest dat in de bak optimaal klinkt. Al met al een ideale productie.