Stravinsky: Taking risks; The rake’s progress (ged.). William Morgan (t., Tom Rakewell), Aphrodite Patoulidou (s., Anne Trulove), John Taylor Ward (b., Nick Shadow), Kate Howden (ms., Baba the Turk), Erik Rosenius (bs., Mr. Trulove/Mother Goose), Ziad Nehme (t., Sellem) met het Göteborgs symfonie orkest en vocaal ensemble o.l.v. Barbara Hannigan. Accentus dvd ACC 20420 (2u. 29’50” waarvan 58’13” bonus ‘Taking risks’). 2018
Deze opname is het resultaat van een door Hannigan (die zelf de rol van Anne Truelove vaak heeft gezongen) initiatief om met het project Equilibrium uit een selectie van 350 kandidaten uit 39 landen zangers te vinden die deze opera van Stravinsky goed kunnen uitvoeren, resulterend in een concertante opvoering waaruit hier ruim drie kwartier materiaal wordt getoond. De zangers, die inderdaad fraai hun rollen vervullen en passende kostuums dragen, hebben een plekje op het podium voor en naast de dirigente. Best aardig, maar toch eigenlijk niet zo boeiend.
Andere koek is ‘Taking risks’, de documentaire van Maria Stodtmeier die dit hele ontstaansproces volgde. Vanaf een filmclip waarop Hannigan een van haar specialiteiten, de bewerking van ‘Mysteries of the macabre’ uit Le grand macabre van Ligeti zingt en dirigeert zoals ze dat deed in haar Concertdocumentaire met Mahler Kamerorkest (Accentus ACC 20327), nu gekleed in een uitdagende leren outfit.
Deze wordt gevolgd door de eerste audities, de keuze voor de bezetting van de rollen, de repetities en culminerend in een opvoering in Göteborg in december 2018 in de regie van Linus Fellbom. Dat was nodig omdat blijkbaar geen van liever gekozen zangers op dat moment wilde of kon meewerken. Er is wel sprake van een soms niet ideale keuze, vooral bij de manlljke deelnemers, vooral aangaande mr. Truelove en waarom moet Mother Goose falsetto zingen? Gelukkig compenseert de goede Aphrodite Patoulidou (Anne) dat enigszins ondanks haar Griekse accent. Kate Howden als een goede Baba, alleen vrij onverstaanbaar. Ook Ward (Nick Shadow) en Rosenius (Mr. Truelove) maken een heel redelijke indruk, maar Morgan is en blijft een ongelukkige keuze als Tom Rakewell.
Barbara Hannigan toonde al eerder haar grote kwaliteiten als dirigente en onderstreept dat hier nogmaals.
Daarom ontleent deze uitgave vooral zijn waarde aan de mooie documentaire. Voor een goede complete opname staan bijvoorbeeld Jurowski (Opus Arte OA 1062), Haitink (Art Haus 101.093) en Cambreling (Art Haus 100.254) ten dienste.