Shostakovitch: Symfonie nr. 8 in c op. 65; Wagner: Ouverture Rienzi; R. Strauss: ‘Dans van de 7 sluiers’ uit Salome. Concergebouworkest o.l.v. Andris Nelsons. C Major 709908 (dvd, 1u 40’). 2011
Critici neigen ertoe om de Achtste van Shostakovitch (tijdens het beleg van Leningrad in 1943 ontstaan) te beschouwen als een effectief antwoord op een oorlogservaring. Het is ook zeker een werk dat een diep tragisch gevoel ademt en toen de componist in 1948 door cultuurpaus Zhdanov werd beschuldigd van het zondigen tegen de eisen aan Sovjet muziek, maakte hij een uitzondering voor deze symfonie met zij ‘extreem subjectivisme’ en zijn voortdurende somberheid’.
Het ongeveer 25 minuten lange eerste deel, een adagio, is een enorm krachtig, maar heel introvert deel dat wordt onderbroken door fellere uitbarstingen die lijken te spotten met het oorspronkelijke materiaal. Er schuilt tot aan het eind vier delen ruim een half uur later weinig troost in het werk. Het derde deel klinkt haast dement met zijn scherpe en haast machinevuurachtige ritmen. Het culmineert in een uitgebreide passacaglia die direct overgaat in de finale die tenminste in C-groot staat, een toonaard die doorgaans wordt geassocieerd met een blije ceremonie maar die hier heel ambivalent is en die suggereert dat hoop te kwetsbaar is om zonder reserves van te mogen genieten.
Wie dit werk ‘sec’ via de radio of een cd ondergaat, kan – hoe luid hij het volume ook maakt – eigenlijk nooit de volle impact ondergaan. Tijdens een goede zaaluitvoering lukt dat al beter (ik hoorde het werk ooit met Rozdestvensy en Gergiev ‘live’), maar met een dvd wordt men echt met het feitelijk gebeuren geconfronteerd.
Dankzij een paar goede, vrij vaste camera instellingen krijgt de kijker/luisteraar dank zij een goede beeldregie op cruciale momenten de op elk moment belangrijke orkestgroepen (strijkers, houtblazers, koper, slagwerk) vrij close-up in beeld en ondergaat men duidelijker, indringender waar het op aan komt zonder dat het mooi gelijkblijvende klankbeeld daaronder lijdt: de zwoegende strijkers met zo lang herhaalde motieven dat de Weense strijkers die al weigerden destijds de Negende Schubert te spelen, nu helemaal in staking zouden zijn gegaan. Toegevoegde waarde heeft ook dat belangrijke soli worden uitgelicht; het mooiste voorbeeld is die van de althobo.
Telkens komt natuurlijk ook de dirigent in beeld die onverkrampt, naar het lijkt eerder vrij ontspannen, met niet mis te verstane gebaren zijn volgzame, prachtig spelende troep aanvoert. Dat is puur toegevoegde waarde die extra bewondering wekt voor het gepresteerde.
Tijdens dit concert op 4 september 2011 in de – zeker ook akoestisch – fraaie KKL Concerthall in Luzern – bekend van o.a. Abbado’s Mahlersymfonieën, klonken als mooie opwarmers de weinig gehoorde, stoere ouverture Rienzi van Wagner en de prikkelend sensuele ‘Sluierdans’ uit Strauss’ Salome, ook tot in de puntjes afgewerkt. Een ongewoon, maar fascinerend programma al met al.
Of het orkest dit werk al veel vaker op de lessenaars had? In elk geval in 1982 toen Haitink er in de complete serie een mooie opname van maakte (Decca 411.616-2), maar deze doet daar beslist niet voor onder.
De enige andere dvd met deze symfonie is van Barshai en het Londens filharmonisch orkest (Digital Classics DC 10010).
Overigens is het programma van de avond tevoren met als hoofdschotel Beethovens Pianoconcert nr. 5 (solist Yefim Bronfman) eveneens door C Major uitgebracht op 710108.