Verdi: Aida. Kristin Lewis (s., Aida), Anita Rachvelishvili (ms., Amneris), Marco Berti (t., Radamès), Mark Doss (bs. Amonasro), Giacomo Presti (bs, Ramfis), In-Sung Sim (bs., Koning van Egypte), Dario Proia (t., boodschapper) en Kate Fruchterman (s., hogepriester) met koor en orkest van het Teatro regio di Torino o.l.v. Gianandrea Noseda. C Major 73690-8 (dvd, 2u. 35”21”). 2015
Medio augustus 2017, terwijl Riccardo Muti in Salzburg Aida dirigeert met Anna Netrebko, Roberto Tagliavini en Ekaterina Semenchuk is het wel eens aardig om aandacht te schenken aan een vrij recente dvd met het werk, vertolkt door een stel mees onbekende solisten.
De geschiedenis is bekend: Als onderdeel van de festiviteiten rond de opening van het Suez kanaal in 1871 was de inwijding van een nieuw operagebouw in Cairo. Men had Verdi benaderd om voor dit heuglijke feit een opera te schrijven. Het werk dat hij realiseerde was gebaseerd op een scenario van de Egyptoloog Auguste Mariette, tot libretto bewerkt door Antonio Ghislanzoni.
De Egyptische generaal Radamès, geliefd door prinses Amneris, is zelf verliefd op het slavenmeisje Aida, eigenlijk de dochter van van de Ethiopische koning Amonasro. Deze laatste is in de strijd gevangen genomen, maar weet na een nieuwe identiteit te hebben aangenomen, via Aida een belangrijk militair geheim ban Radamès te stelen. De generaal wordt hiervoor ter dood veroordeeld; Amneris’ smeekbedes om hem vrij te laten, worden genegeerd. Aida verdwijnt in de tombe om samen met Radamès te sterven.
Verdi was niet van plan om de première in Caro bij te wonen en schreef de partituur thuis en niet tijdens de repetities, zoals hij gewend was. Hij zorgde ervoor dat het werk voldoende ‘lokale elementen’ bevatte door voor de triomfmars speciale ‘antieke’ trompetten te laten namaken. De première was een groot succes en leverde de componist de titel van Commandant in de Ottomaanse Orde op.
Aida, de opera over liefde en jaloezie kan, met de uitgebreide dansnummers en massascènes, als voortzetting van de grand opéra traditie (of opera-ballo) zoals het genre bekend stond in Italië) worden gezien. Het werk behoort ook tot het genre dat zich afspeelt op exotische locaties, een traditie in gang gezet door Meyerbeers l’Africaine (1865) en Gomes’ Il Guarany (1870) en die voortgang zou vinden met Puccini’s Madama Butterfly (1904).
De titelrol was voor de Amerikaanse Kristin Lewis. Behalve in Turijn zong ze deze eerder ook aan de Scala in Milaan. Ze is een zelfverzekerde Aida vol toewijding en met dramatische kracht, maar als lyrico-spinto waar nodig ook in staat tot een tere expressie. Misschien had haar acteren iets uitbundiger gekund.
Aan haar zijde staat de Italiaanse tenor Marco Berti, heem manlijk, maar ook ontroerend, heel manlijk en oprecht. Bovendien in staat tot het ontwikkelen van mooie vocale inkleuring. De Georgische mezzo Anita Rachveklishvili is een gepassioneerde, forse prinses Amneris met haar donkere mezzo. Gevoelsdramatiek schuwt ze niet en soms gaat dat even ten koste van de zuivere intonatie. Mark Doss is een standvastige Amonasro, Giacomo Prestia een hogepriester met stentorstem. In-Sung Sim laat alles wat men van hem mag verwachten horen als Egyptische vorst en Kate Fruchterman is een heel goede boodschapper.
In de orkestbak zorgt Gianandrea Noseda voor een een meer dan degelijke en stevige begeleiding. De regie is in handen van de Amerikaan William Friedkin die als filmregisseur tekende voor The Exorcist (1973) en The French connection (1971). Hij zorgde daarvoor al bij eerdere opvoeringen in Turijn in 2005. Carlo Diappi zorgt voor de decors en kostuums en gaat daarbij gelukkig van historisch en traditioneel juiste premisses uit. De dansen worden in de mooie choreografie van Marc Ribaud uitgevoerd.
Zo werd deze productie van Aida in dramatisch opzicht vrijwel gelijkwaardig aan die van de mooiste andere dvd uitgaven van Chailly/Zeffirelli (Decca 074-320-9) en Levine/Frisell (DG 073-001-9).
Op cd behoren Riccardo Muti met Caballé, Domingo, Cossoto Cappuccilli en Ghiaurov (EMI 640.630-2, 747.271-8, Warner 2564-6908455) en Antonio Pappano met Harteros en Jonas Kaufmann (Warner 2564-610663-9) tot de belangrijkste rivalen.