Verdi: La forza del destino. Anja Harteros (s., Leonora), Jonas Kaufmann (t., Don Alvaro), Ludovic Tézier (b., Don Carlo), Vitalj Kowaljow (bs) Marchese di Calatrave, Padre Guardiano), Renato Girolami (b., Fra Melitone), Nadia Krasteva (ms., Preziosilla) met koor en orkest van de Beierse Staatsopera o.l.v. Asher Fisch. Sony 888751-6064-9 (2 dvd’s, 2 u. 58’). 2014.
Omdat de Nederlandse Opera in September 2017 Verdi’s La forza del destino op het programma heeft, een werd waaraan op deze sites recensies en een Vergelijkende Discografie zijn gewijd, lijkt het goed om aan de nieuwste dvd uitgave aandacht te besteden.
Na Un ballo in maschera leek Verdi ‘de muziek vergeten te hebben’, aldus zijn vrouw, totdat hij door de tenor Enrico Tamberlik werd uitgenodigd om een opera te schrijven voor het Mariinsky Theater in St. Petersburg. Verdi koos La fuerza del sino van de Spaanse toneelschrijver hertog van Rivas. Piave zorgde voor het libretto.
De plot van dit stuk is de romantiek ten top en handelt over Don Alvaro, afstammeling van de laatste Inca’s, die verliefd wordt op Leonora, dochter van de hooghartige markies van Calatrava. Het paar wordt gesnapt wanneer het in het geniep wil trouwen, waarna Alvaro per ongeluk de markies doodt.
Leonora en Alvaro worden van elkaar gescheiden en Leonora gaat als kluizenaar in de buurt van een klooster wonen. Na veel avonturen wordt Alvaro monnik in hetzelfde klooster, waar hij wordt opgespoord door Alvaro’s broer Carlo. In een duel raakt Carlo dodelijk gewond. Nadat hij Leonora met een mes heeft gestoken, sterft hij. Alvaro springt vervolgens van een klif, zijn eigen lot en dat van de mensheid vervloekend en Leonora sterft met haar prachtige laatste aria ‘Pace, pace, mio Dio’.
Hoewel dat niet voor iedereen die de rolverdeling overziet meteen duidelijk zal zijn: in München kreeg men de momenteel best haalbare bezetting bijeen. Wat onverwacht misschien blijkt Anja Harteros met haar royale, lyrische stem een ideale Leonore. Een rol die ze haast moeiteloos schijnt te vervullen. De na de andere aria lukt haar prachtig. Van ‘Me, pellegrina ed profana’, via het grote gebed voorafgaand aan het tafereel met padre Guardiano, het transcendentale ‘La vergine degli angeli’ tot inderdaad ‘Pace mio Dio’. Ze is een toonbeeld van een hypnotiserende nobele tragedie.
Dat Jonas Kaufmann de beste macho Alvaro is sinds Domingo is gewoon een feit. Ook als hij heel zacht moet zingen, zoals in ‘O tu che in seno agli angeli’ treft hij deze rol en dit karakter op intelligente manier raak al was een wat beter legato in ‘’La vita è inferno all’infelice’ niet verkeerd geweest. Ludovic Tézier is een der momenteel beste vertolkers van de Don Carlo rol met zijn aristocratische, elegante voordracht.
Gelukkig zijn ook de kleinere rollen heel goed bezet met Vitalij Kowaljow als heel geloofwaardige vader en abt in de beste bel canto traditie, met Renato Girolami als oprechte, niet overdrijvende Melitone en een levendige Preziosilla van Nadia Krasteva. Het koor is ook geweldig goed en het orkest speelt bijzonder geëngageerd, plooibaar en levendig onder Asher Fish.
De opvattingen van regisseur Martin Kušej moeten we maar voor lief nemen. Hij brengt heel associatie ideeën in door het lot van Leonora en Alvaro te zien als een effect van de oorlog op de mensheid en te refereren aan 9/11 in de kroegscène en het kampement uit de derde acte met Abu Ghraib te verbinden. De massa die toevlucht bij het klooster zien we als vluchtelingen. Het begint trouwens al tijdens de ouverture waar we getuige zijn van een diner bij de Calatrava’s. Wie een conventioneler regie voorstaat, kan voor een dvd versie van 1862 terecht bij Gergiev (ArtHaus 20.078) en wie vasthoudt aan CD bij Levine (RCA RD 81864, 74321-39502-2), Sinopoli (DG 477.5621) en Muti (EMI 747.485-8), maar mijn persoonlijke voorkeur ligt nu toch bij Fisch.